(Ultra) Trail des Fantômes: gewoon doen doen doen!

Terwijl Andrea nog voor een paar trailschoenen staat te kijken zie ik in mijn ooghoek een hoog blok met nummer 1 erop staan. En dan, terwijl niemand kijkt, stap ik erop. En kan ik niet laten voor de grap even een paar ‘winnaarsposes’ aan te nemen. “Gewoon even voelen hoe zoiets nu eigenlijk voelt”, zegt ik tegen Andrea.
Het was een grapje. Het was echt een grapje.

IMG-20170812-WA0024

Net zo’n grote grap als toen ik een aantal maanden terug bedacht dat me inschrijven voor de 48 kilometer van Trail des Fantômes wel een goede training zou zijn voor mijn ‘eerste’ ultra tijdens de ISU eind oktober. Ware het niet dat 48 kilometer eigenlijk gewoon al een ultra is en dat 48 kilometer met 2300 hoogtemeters in de Ardennen wellicht zelfs een stuk zwaarder is dan 60 kilometer met 340 hoogtemeters in Drenthe.

Tot een week van tevoren was ik er dus nog niet helemaal over uit. Want eerlijk? Echt goed getraind voor een geintje als dit was ik voor mijn gevoel niet. Ja, ik heb een tripje naar mijn oma gemaakt en flink wat wandelkilometers bij elkaar gesprokkeld tijdens de Vierdaagse. Maar dit? Nee, dit was echt andere koek. Misschien wel een te grote koek voor mij. Want hoewel het soms lijkt alsof ik me over vrolijk doorheen Pipi Langkous, er zit een grens aan dingen die je ‘zomaar’ even doet. Dat wist ik.

En toch….en toch…wilde ik het doen. Niet omdat ik mijzelf zo nodig moest bewijzen, maar omdat een stemmetje in mij geloofde dat ik dit kon. Waar het stemmetje die wijsheid vandaan haalde wist ik niet. Ik besloot dus eerst ‘gedegen’ advies in te winnen bij iemand die meer verstand heeft van dit soort avonturen: Jantiene. Het app-gesprek ging ongeveer zo:

Ik: “Ehm…Jantiene….even advies. Ik ben dus van plan in de Ardennen een ‘Jantientje’ te doen (iets met 48 kilometer en 2300 hm), maar ik ben er eigenlijk niet echt heel erg goed voor getraind. Wat denk jij?”
Jantiene: “DOEN DOEN DOEN!”

Tot zover gedegen advies vragen aan een ultra-multi-bergsporter.

Nadat Jantiene gelukkig ook nog het een en ander aan waardevolle tips en info mee gaf, besloot ik het stemmetje maar niet meer te negeren en het avontuur gewoon aan te gaan. Niet wetende wat dat avontuur mij precies zou gaan brengen. Het doel? Finishen. Heel blijven, genieten en finishen.

20170812_140117

En zo stond ik zaterdag dus grappen te maken op een podiumblok met Andrea. Al Carpool Karaokend waren we samen richting het zuiden afgedaald waar we dit weekend trotse ‘bezitter’ waren van een ‘zomerhuis met zwembad’. Ik bedoel, als je toch 3 uur moet rijden om ergens een pokkenend te gaan lopen, dan kun je er net zo goed meteen ook een ontspannen lang weekend van maken.

En dus haalden we zaterdag op ons gemak onze startnummers vast op. Andrea voor de 33km en ik? Ik kon niet meer terug. Wilde ook niet meer terug. Maar moest wel even slikken toen ik het parcours (en dan vooral het hoogteprofiel) nog eens goed van dichtbij bekeek. Hoewel het stemmetje nog steeds riep ‘jij kan dit’, was er ook een stemmetje dat zich afvroeg of dit niet te veel bravoure zou zijn. Er was echter maar één manier om hierachter te komen: DOEN DOEN DOEN!

Dus stond ik de volgende ochtend om 07:45 klaar. Niet eens zozeer zenuwachtig, wel uitkijkend naar wat komen ging. Nog wel. Fake it till you make it en opgeven is geen optie. Gewoon denken aan het advies van Jantiene: rustig starten, hartslag stabiel houden, je niet kapot lopen omhoog, je bovenbenen enigszins sparen omlaag en – het állerbelangrijkst – genieten!

Met een laatste dikke knuffel aan Andrea (die pas 2 uur laten na mij zou starten) en een laatste diepe zucht gingen we dan. Nog 3, 2, 1…GO!

IMG-20170813-WA0027

Het eerste stuk was bekend. Met tweemaal eerder een TdF gedaan (hetzij ‘slechts’ de 13 en 19 kilometer) wist ik de eerste kilometers zo ongeveer wat me te wachten stond. Dacht ik. Wat blijkt, een mens vergeet snel. Want potjandorie, die eerste klim omhoog was toch weer steiler, langer en pittiger dan ik me herinnerde. En dan zaten we pas op 2 kilometer! Nog 46 kilometer te gaan! Oef!

Gelukkig geldt bij de meeste klimmetjes de regel ‘what comes up, must go down’. En dat bleek in de Ardennen gelukkig niet anders. En afdalen? Dat kan ik! Behouden uiteraard, behouden. Maar toch…ik rolde makkelijk langs een groot aantal deelnemers heen en besefte me ineens met een grote glimlach hoe gaaf het was wat ik hier aan het doen was. Buitenspelen in de Ardennen! De hele dag!

Ik besloot te proberen me niet te veel op de kilometers te concentreren, maar steeds te denken in blokjes. Zoveel tot de eerste rust, zoveel tot halverwege, zoveel tot de 30 kilometer, zoveel tot de laatste stop…

En dan, terwijl ik lekker mijn eigen race aan het lopen ben, roept ineens een man van langs de kant: “Allez allez, goe bezig! Ge zijt derde dame!”
Derde dame?! Die man moet een grapje maken. Of hij kan niet tellen. En zelfs als het zo is; ik heb er nog geen 10 kilometer opzitten, dus laat ik me maar niet gek maken.

Echt tijd om me gek laten maken is er ook niet, want ik moet op het parcours letten. Kleine insight information voor wie nog nooit mee heeft gedaan aan de trail in de Belgische Ardennen: het is letterlijk alleen maar onverhard. Soms zo steil dat je jezelf aan kettingen omhoog moet trekken, of zittend op je billen naar beneden. Er is modder, veel modder. Boomstronken, omgevallen bomen (waar je overheen of onderdoor moet), riviertjes, stenen… Kortom, genoeg om je 48 kilometer lang mee te vermaken zonder je te vervelen.

20170813_094843

Het eerste gedeelte gaat lekker en voor ik het weet ben ik aanbeland bij de eerste bevoorradingspost op 14 kilometer. Ik heb er inmiddels zo’n 1 uur en 50 minuten opzitten en, verrek, daar staat de Belgische man weer! “Allez allez! Goe bezig! Ge zijt nog steeds derde!” Terwijl ik me afvraag of die man echt niet helemaal goed is, vallen andere supporters hem bij. Ik lig blijkbaar dus echt derde. Een rare gewaarwording en ik weet ook niet zo goed of ik er blij mee moet zijn of niet. Immers, met pas 14 kilometer gehad is er nog een lange weg te gaan en het was juist níet de bedoeling dat ik me hier vandaag ging opblazen. Maar ja, als je dan echt derde ligt…

Afijn. Niet aan denken Sanne! Lopen! Op je eigen tempo. Het is jouw race en het belangrijkste doel is finishen.

En zo loop, klim en klauter ik door. Mijn benen zijn inmiddels goed voorzien van een modder-tan en de eerste schram- en schaafwonden heb ik te pakken. Een paar bijna-grond-kus-momentjes ook, maar gelukkig zijn er altijd nog bomen om je aan vast te grijpen als je op die smalle single tracks iets te hard naar beneden vliegt.

De sliert van lopers is inmiddels goed uitgedund en ik loop zelfs een aantal stukken helemaal alleen. Gelukkig zit het met de bewegwijzering wel snor, dus verdwalen is er niet bij. Wel moet ik inmiddels al een tijdje erg nodig plassen. Even kijk ik voor en achter me. Zal ik? Zal ik niet? Snel maak ik een mini pitstop in de hoop dat ik geen lopers achter me afschrik met spierwitte billen. Charmant is anders, maar dat leed is snel vergeten als je de oplichting van een lege blaas voelt.

20170813_114305_001

Van steile klimmen en afdalingen zijn we nu terecht gekomen bij een stuk dat meandert langs de Ourthe. Dacht ik van tevoren nog dat ik hier wel een beetje bij zou komen, nu merk ik dat ik dit stuk parcours vanbinnen lichtelijk aan het vervloeken ben. Als een soort kinder achtbaan slingert het smalle paadje kilometers lang omhoog en omlaag, waarbij de constant moet opletten waar je je voeten neerzet. Bovendien loopt het pad wat schuin naar de oever af, waardoor mijn rechtervoet steeds een klein beetje wegglijdt en ik langzaam voel dat er een blaar aan het ontstaan is. Ik heb er inmiddels zo’n 22 kilometer op zitten en eerlijk? Ik ben moe, heb het zwaar en ben nog niet eens op de helft! Tegelijkertijd weet ik dat dit dus juist precies níet is hoe ik moet denken. Ik moet de knop omschakelen, maar hoe? Ik besluit er een caffeïne gel en een energiereep in te gooien en dat lijkt te werken. Zodra ik het bliepje van de 24 kilometer hoor voel ik me beter. Halfway!

Gelukkig kan ik onderweg wel nog steeds genieten van de omgeving. Vooral het stuk over de stuwdam bij Nisramont is gaaf. Een vrouw ziet me aankomen en roept al applaudisserend: “Nou, dat ziet er nog soepeltjes uit!” Ik lach terug en doe alsof ik het met haar eens ben. Fake it till you make it.

20170813_104849

Inmiddels ben ik een soort van roes terecht gekomen van doorgaan en niet opgeven. Hardlopen gaat op deze paden moeilijk, maar zo hard als ik kan stap ik al wandelend door (komen die Vierdaagse kilometers toch nog van pas) en daar waar ik kan dribbel of loop ik hard. En dan op een onverhoeds moment vlieg ik ineens toch naar de grond, maar ik weet mezelf op het laatste nippertje nog met mijn armen op te vangen. Mijn gemoed slingert heen en weer tussen ‘wat ben ik in godsnaam aan het doen’ en ‘wat ben ik in godsnaam gave dingen aan het doen hier’.

Inmiddels zit ik op 34 kilometer en is de tweede bevoorrading in zicht. Nog maar 14 kilometer! Of….? Ik kijk op het bord bij de rust en zie staan ‘Nog 11 kilometer tot de volgende rust en nog 16 kilometer tot de finish’. Nog 16?! Maar het zou 48 kilometer zijn! Ik had het kunnen weten. Nog zo’n dingetje van trails; je krijgt altijd bonuskilometers cadeau. En omdat je een gegeven paard nou eenmaal niet in de bek kan kijken….

Toch valt het mentale knak-momentje me nog mee. Ik kan aftellen en dat is het belangrijkst. Nog maar 11 tot de volgende post en dan is het nog één belachelijke klim omhoog en dan rollend naar beneden. Ik kan dit. Ik kan dit. Ik ben dit gewoon aan het doen.

IMG-20170813-WA0022

Inmiddels zijn ook de 33-kilometer lopers aangekomen op het parcours en het voelt best goed als je merkt je sommige van hen zelfs nog in kan halen. Zo slecht gaat het dan ook weer niet. En hé, zie ik dat goed? Is dat niet Elsa daar? Ik kijk nog even goed, roep haar naam en…jawel, het is Elsa! Ze heeft het zwaar en is blij dat ze niet gekozen heeft voor de 48 kilometer. Ik ben vooral blij even een bekende te zien en het voelt best grappig zo druipend van het zweet en hijgend omhoog in de klim een beetje bij te kletsen. Twee jaar geleden deelden we een huisje in de Ardennen en in oktober lopen we allebei de ISU. Kleine wereld die loperswereld. Wel gevuld met leuke mensen overigens.

Terwijl ik Elsa langzaam achter me laat ben ik verbaasd dat ik er toch nog steeds weer stukken hardlopend uit kan persen. Er zijn momenten dat mij benen zo volgelopen voelen dat ik denk dat er niks meer in zit, maar dan loop ik toch weer door. Is het de adrenaline van de finish die langzaam in zicht komt? Of zijn het de erfelijke genen van mijn vader die, naarmate hij het zwaarder krijgt, ook steeds harder gaat lopen onder het mom van ‘dan ben je eerder klaar’.

20170813_103144

En klaar zijn…daar heb ik zo onderhand wel eens zin in. Ik ben inmiddels al ruim 6 uur onderweg en ik probeer de neiging te onderdrukken dat ik het liefst gewoon even, héél even zou willen gaan zitten. Maar ja, als mensen naar je blijven schreeuwen dat je derde ligt en je géén idee hebt hoe ver nummer vier achter je zit. Noem me fanatiek, maar dan kan ik er toch niks aan doen of die winaarsmentaliteit komt een beetje naar boven. Nee, ik kwam hier niet om te winnen, maar als het zó dichtbij is…

En daar is dan ineens de laatste rustpost. De mevrouw van de stuwdam staat me weer klappend op te wachten. “Zie, ze loopt nog steeds mooi!” Wat haar definitie van mooi is, weet ik niet, maar zet mijn lachje maar weer in en zwaai terug. Fake it till you make it.

Maar wacht…ik ben niks aan het faken…het is gewoon nog ‘maar’ 5 kilometer naar de finish en dan heb ik het gewoon gedaan!

Snel gooi ik er 3 bekertjes cola in bij de verzorgingspost en kijk nog even achterom of ik geen andere dame zie. En dan gaan we….de beruchte ‘muur’ van Maboge op. Ik wil niet meer en ik wil door. Ik probeer te denken aan de finish en hoe fijn het zal zijn als ik straks mag gaan zitten, liggen en mijn schoenen uitdoen. Nog maar een klein stukje. Nog 5 kilometer, nog 4…nog 3….vanaf hier is het echt alleen nog maar omlaag. Ik zet aan en weet er tijdens mijn een na laatste kilometer nog een tempo van 4:48 min/km uit te gooien. Ik herken het laatste stuk en weet; zo nog één scherpe bocht, nog één keer slingerend en glibberend omlaag, dan de rivier door en dan….langs de camping naar de finish!

20170813_124319

Terwijl ik de oever van de Ourthe opkrabbel neem ik nog één keer diep adem voor de laatste honderd meters. Het laatste stuk naar de finish. Ik ben kapot maar mag niet meer wandelen van mezelf. Ik hoor de speaker, zie de finishboog en: “En daarrrrr is Sanne Heymann! Gefeliciteerd! Zij is met 6 uur 59 minuten en 51 seconde de derde dame van de 48 kilometer!”

Verbaasd kijk ik om me heen. Hoewel ik het de hele weg heb horen roepen kan ik het eigenlijk nog steeds niet bevatten. Het avontuur, dat ik het heb gedaan, dat ik ben gefinisht. Mijn eerste ultra én nu nog derde ook?! Maar hoe dan?!

Terwijl ik strompel naar de verzorgingstent voor eten en drinken, sms ik Sjoerd dat ik nog leef en Andrea waar ze is. Met een aantal sluimerende blessures en pijnpunten wist ze niet zeker of ze de 33 kilometer helemaal ging lopen of wellicht ergens een shortcut zou nemen. Een berichtje terug laat weten dat ze nog loopt, dat alles goed gaat en dat ze samen met een loopmaatje aangekomen is bij de laatste 5 kilometer.

Ik stort mezelf neer in het gras langs het parcours en het eerste dat ik denk is: schoenen uit! Om daarna al snel te constateren dat je van lopen wel blijer maar niet mooier wordt. En dat het blaartje dat ik voelde geen blaartje bleek te zijn, maar een joekel van een blaar waarvan het een wonder mag heten dat die onderweg niet kapot geknald is. En gefinishte loper naast mij ziet het leed aan en zegt: “Dat ziet er niet goed uit.” Ik lach en zeg: “Ach, dat krijg je van Pipi Langkous avonturen.”

 

20170813_152445_001

En dan is daar de prijsuitreiking. En mag ik het podium op. Niet voor de grap dit keer, maar voor het ‘echie’. Iets wat toch nog zo overdonderd dat ik me ineens geen houding weet te geven. Stond ik de dag daarvoor nog dansjes te maken op het blok, nu sta ik er een beetje bedremmeld bij (op mijn blote ‘witte sokken’). Gelukkig komen ze al snel aan met een handvol aan prijzen, waardoor ik in ieder geval weet waar ik mijn armen moet laten. Het voelt gek vanaf zo’n ophoging met al die mensen die naar je staan te kijken. “Gewoon even voelen hoe zoiets voelt”, zie ik gisteren. Het was een grapje. Echt.

20170813_154815
Van het podium verplaats in me terug naar het gras om te applaudisseren voor de lopers die nog binnenkomen. En voor Andrea natuurlijk! Ze komt bijna huppelend over de finish en vergeleken met haar lijkt het of de ravageslag bij mij vooral in die 17 kilometer extra heeft gezeten. We wassen de hardnekkige modder van onze benen in de Ourthe en kletsen na met de vele bekenden die er ook dit jaar weer zijn. Ik voel me moe en vol adrenaline tegelijk. Tijd om een duik te nemen in het zwembad, te douchen en…deze dag te vieren met food en een zéér welverdiend kabouterbiertje!

De spierpijn de dag erna (en de dag daarna en de dag daarna) neem ik voor lief.
Fake it till you make it. En als je gelooft dat je iets écht kan? Dan moet je gewoon DOEN DOEN DOEN!IMG-20170813-WA0032

 

 


14 reacties op ‘(Ultra) Trail des Fantômes: gewoon doen doen doen!

  1. Wat ben je toch een heerlijke, spontane sportster. Geweldig zoals jij dit weer opgepakt hebt, en ook gewoon gedaan hebt.
    Super, en natuurlijk ook gefeliciteerd met je podiumplaats 💪.
    En lees ik hierboven iets over Sparta…….😉, hint?

  2. Echt knap. Ik loop graag onverhard maar meer dan 2x een 30 km in Geldrop heb ik nog niet gedaan. Ik train nu voor een marathon daar. Dat jij dit zomaar presteert geeft aan dat je echt heel veel in je loopmars hebt. Super gefeliciteerd met je 3e plaats.

    Groetjes,

    Dorothé

Geef een reactie op Ronald te Lindert Reactie annuleren