Het begon allemaal ergens halverwege het voorjaar. Flapuit als ik ben, had ik op twitter eruit gegooid dat het me wel leuk zou lijken om mijn PR op de halve marathon eens te verbeteren. Deze stond door een blessureperiode gevolgd door het opdoen van het triatlonvirus en een hoge dosis funruns namelijk al sinds 2013 op een tijd van 1.47.24 en tja, daar zou toch meer in moeten zitten?
Daar was Drikus het helemaal mee eens. Als snelle superheld en zeer sociaal dier hoefde mijn tweet maar een paar seconden de wereld ingegooid te zijn en hij had al gehapt zoals een konijn zich op een wortel stort. ‘Ik kom je wel hazen. Geef maar aan wanneer. Moeten we wel een keer samen gaan trainen.’
Zo gezegd, zo gedaan. Het euvel was alleen dat ik redelijk snel daarna besloot om stiekem een marathon te gaan lopen. Een planningstechnisch dingetje waarbij het PR-plan even op een lager pitje werd gezet. ‘Gelukkig’ was ook Drikus in september door een val niet helemaal loopfit en kon ik onze plannen met een gerust hart over die marathon heen tillen.
Het werd Etten-Leur. Iets met mijn overenthousiaste twittervrienden Maarten & Patricia, die op de één of andere manier een hele kroeg vol lopers kunnen krijgen dankzij hun aanstekelijke enthousiasme voor ‘hun’ Marathon Brabant. Volgens mij was het nog geen week na Bremen en ik was al overgehaald. Nu ben ik doorgaans sowieso een zeer eenvoudig te enthousiasmeren persoon en aangezien ik vorig jaar als heldensupporter de sfeer in het Brabantse al had mogen proeven, was de keuze snel gemaakt. Het feit dat een PR op de halve marathon lopen slechts 4 weken na je eerste marathon volgens sommigen wel wat aan de ambitieuze kant kant, dat liet ik even eigenwijs langs mij heen gaan. Ik voelde me goed en zou in aanloop naar die 30 oktober wel zien hoe mijn lijf ervoor zou staan. Een PR zou mooi zijn, maar als het er om de een of andere reden niet in zou zitten, ook goed.
Daar dacht Drikus echter anders over. Als zeer fanatieke haas, mocht ik overal op twitter en facebook lezen dat hij er die 30 oktober zijn missie van zou maken om mij naar dat PR te sleuren. Ik probeerde hem hier en daar nog een beetje in zijn enthousiasme temperen, maar dat mocht niet baten. ‘Jij kan zo 1 uur 40 lopen’, zei meneer stoïcijns toen we een week voor D-Day nog een laatste training samen deden. Ok, tijd om in te grijpen! ‘Drikus, 1.40 is echt heul erg hard! Dat gaan we niet doen hoor! 1.45 zou mooi zijn of 5:00 min/km strak. Maar zo hard ga ik echt never nooit niet dik 21 kilometer lang volhouden!’
Een beetje zenuwachtig sprong ik die zondag erop in de trein. Ergens wist ik zeker dat het PR erin zou moeten kunnen zitten (tijdens de hele marathon in Bremen kwam ik halverwege immers in 1:48 door en dat voelde meer dan soepel), maar aan de andere kant zag ik ertegenop: 21,1 km hard door kachelen. Herstellend van de marathon had ik de afgelopen weken niet verder gelopen dan 13 kilometer en hoewel ik wist dat de afstand echt nog wel in mijn benen zat, leek zo’n halve marathon ineens een pokkeneind.
Aan het weer kon het in ieder geval niet liggen. Dat was prachtig! Mijn ene kleurige outfit in het lang had ik last-minute dus toch maar vervangen voor een andere kleurige outfit in het kort. Mij kwijtraken in de menigte zou zo bijna onmogelijk moeten zijn. Alleen…was ik nu wel mijn haas kwijt! We hadden afgesproken op station Utrecht, maar zowel daar als op mijn overstap in Den Bosch…geen Drikus. Hij zou toch niet vergeten zijn de klok terug te zetten en dus al veel te vroeg in het startvak staan? Of issie stiekem toch met de fiets gegaan (met Drikus weet je het maar nooit). Gelukkig vonden we elkaar op het station van Etten-Leur en hadden we nog genoeg tijd om ons bij het congrescentrum om te kleden en de nodige ‘wedstrijdplasjes’ te doen.
Nadat Drikus een heel ritueel van allerlei smeersels op zijn benen had gemasseerd (zou dat zijn geheim zijn?) waren we klaar om het centrum in te lopen. Zowel Maarten als Patricia en nog een aantal anderen hadden de 10 kilometer gelopen en stonden dus al heerlijk met een biertje in de hand te genieten van de gezelligheid langs het parcours en het prachtige herfstweer. Ook troffen we nog een aantal andere twitter-loopmaatjes die ook de halve zouden gaan doen. Gelukkig, we waren niet de enigen die nog niet aan het bier mochten. Gedeelde smart…
Nadat weerziensknuffels, kennismakingsgesprekjes en felicitatie- en gelukswensen waren uitgedeeld was het eindelijk 13:45 en mochten we het startvak in. Ik was er nu wel klaar voor. Leuk zo’n halve marathon midden op de dag, maar je zit er toch de hele tijd tegenaan te hikken. Lopen wilde ik nu. Gaan!
En *pang*! Daar gingen we. In slakkengang! Het eerste deel van de route loopt over de klinkers door het centrum en is vrij smal. Tel daar wat lopers bij op die niet helemaal hadden begrepen dat je als langzame(re) toch echt beter wat verder achteraan kan starten, en je slingert de eerste kilometer met lichte frustratie links en rechts door de straat. Ik had mezelf inmiddels toch echt wel gebrand op dat PR en hoewel ik wist dat het met die eerste kilometer echt niet meteen bekeken zou zijn, baalde ik toch dat het voor mijn gevoel zo langzaam ging. Voor mijn gevoel ja. Want toen mijn horloge na de eerste kilometer een tijd van 5:05 liet zien, was dat toch echt een stukje sneller dan ik had gedacht.
Een stukje sneller dan gedacht. Het zou een zinnetje worden dat de rest van de route bij mij zou blijven. Met een tweede en derde kilometer in respectievelijk 4.34 en 4.39 min/km, kon ik Zoef de Haas al vrij snel toeroepen dat het ‘echt niet harder hoeft’. Gek genoeg voelde het niet zo hard als dat het ging. Maar ik wist ook: we moeten nog even, dus laat ik me maar niet te rijk rekenen.
De eerste 7 kilometers vlogen voorbij. Letterlijk en figuurlijk. Ik liep hard maar niet té. Ik kon genieten van de omgeving én ondertussen mijn haas in het oog zouden. Dat was wel nodig ook, want aangezien ik de persoon met het klokje was (Drikus loopt nooit met horloge), wilde ik er toch wel op letten dat we niet stiekem steeds weer een beetje zouden versnellen.
Rond kilometer zeven kwamen we in een klein groepje mannen terecht die ons tempo liepen (dat inmiddels netjes iets was gedaald tussen de 4:40-4:45 min/km). Drikus sommeerde mij om ertussen in te gaan lopen en potjandorie, dat liep inderdaad wel lekker! Een paar stevige kerels die de wind tegenhouden en nog eens in zijn voor een gezellig praatje ook. Zo kom ik mijn kilometers wel door!
Tenzij…je na een paar kilometer toch iets sneller blijkt te lopen dan die mannen in je
groepje en je haas er weer als een ehh…haas vandoor gaat. Dag fijn windvrij loopholletje! Het konijntje moet in volle vaart verder huppelen!
Er was echter één man uit het groepje die met ons meeging. Nummer 877(?) zag in het dolle konijnenduo wel een goede mogelijkheid om aan te pikken. En zo had ik er naast een haas nóg een tempomaker en windvanger bij.
Inmiddels waren we het 14 kilometerpunt gepasseerd en merkte ik dat het wat zwaarder begon te worden. Nog 7 kilometer te gaan leek weinig en oneindig tegelijk. Maar met de twee mannen voor me in een constant tempo van rond de 4:45, wilde ik me niet laten kennen en bleef ik met verstand op nul in hetzelfde tempo achter ze aan hobbelen. Dat ik een PR zou gaan lopen dat was nu wel duidelijk. Het was dus eigenlijk niet meer dan een kwestie van volhouden en blijven lopen. Appeltje, eitje, worteltje. Toch?
Totdat daar kilometer 17 opdoemt. De kilometer waar ik van tevoren al gewaarschuwd voor was. Vals plat omhoog en een rottig bochtje gevolgd door een klim over het viaduct. Hoogteverschillen waar ik normaal mijn hand niet voor zou omdraaien (je woont in de Utrechtse Heuvelrug of niet), maar waar je na bijna anderhalf uur op een tempo van ruim 12,5 km/h nou niet echt op zit te wachten. Nadat Patrick 877 mij eerst nog heel vriendelijk wat slokken van zijn sportdrank liet nemen, vloog hij er nu als een haas vandoor het viaduct over. Mijn duracell-batterijtjes waren echter inmiddels aardig leeg aan het raken, terwijl mijn benen door de hoogtemeters helemaal vol stroomden. De hel van de laatste 2,5 kilometer was gestart. Ik riep naar Drikus dat er echt niet meer inzat, maar toch wist hij me met een soort onzichtbaar touwtje weer op fatsoenlijk tempo verder te slepen. Ik heb me 21,1, kilometer lang verbaast hoe hij het toch doet. Zo soepel, zo snel, zo ontzettend alsof het geen moeite kost….
Ik probeerde ondertussen uit alle macht de vermoeidheid en de gedachten aan ‘even wandelen’ uit mijn brein te verdrijven. Nog maar 2 kilometer. Nog maar 1. Man, waarom hebben ze hier op het laatst klinkers neergelegd?! Waarom duurt 1 kilometer zo lang?! Met het laatste restje energie weet ik er nog iets van een eindsprint uit te persen en passeer nog net die ene dame die mij een kilometer daarvoor had ingehaald. Drikus strekt zijn hand uit en samen we vliegen we over de finish.
1.40.16! KAPOT!
Verbaasd, vermoeid, blij en vol ongeloof staar ik naar mijn horloge. Ik had never nooit niet kunnen bedenken dat dit erin zat. Ik snap zelf niet hoe ik het heb gedaan. Drikus lacht alleen maar. Hij had gelijk. Het zat erin. Maar ik weet zeker, dat het er zonder hem niet uitgekomen was.
Bij de finish spot ik ook Patrick 877. Ik bedank hem voor zijn haaswerk en zeg sorry als ik hoor dat hij net 20 seconden boven zijn PR is gebleven. Ik beloof hem dat hij een ereplaatsje krijgt in dit blog. Bij deze dus!
Nog vol in ongeloof en de euforie lopen we terug naar onze tassen en kleden ons om. Maar niet voordat ik eerst wat van Drikus’ geheime smeersels op mijn bovenbenen heb gesmeerd, want die voelen op dit moment aan alsof ze met één onverwachte beweging in de kramp kunnen schieten. Verder krijg ik de glimlach niet meer van mijn gezicht en denk ik maar één ding: tijd voor kabouterbier!
In de kroeg ontmoeten Maarten & Patricia en een heel stel andere lopers, waaronder de jarige en jubilerend marathonloper (dit was nummer 25 voor hem) Eric. Tijd voor cadeaus, bier en heel veel gezelligheid! Missie geslaagd, een dag met een gouden randje. En het bleef nog lang onrustig in Etten-Leur!
Leuk verslag weer Sanne en fijn om er onderdeel van uit te mogen maken en het was leuk om je eens in Real Life te ontmoeten !
Proficiat Sanne met je toptijd!
Groetjes,
Dorothé
Leuk om te lezen Sanne je bent een kleurrijk toppertje.