Overdonderd. Overwelmd. Ik zit op een roze wolk en schaam me gewoon een beetje. Of beter gezegd, hoe zacht en fijn die roze wolk ook is, ik voel me er toch ook een wel ongemakkelijk bij. Want jee, hoeveel reacties kun je krijgen binnen 24 uur? ‘Wordt die hele triatlon van jou niet ietwat overdreven? Mijn tijdlijn staat vol met jouw debuut’, aldus iemand op Twitter. Ehhh ja, sorry. Het wordt inderdaad ietwat overdreven. En al die veren in mijn kont voordat ik überhaupt gestart ben zijn ook echt niet nodig. Straks moet ik me nog met bonte blauwe en opgezwollen billen dat wetsuit in hijsen. Geen strak plan. Of juist iets té strak plan.
Want jongens, echt…het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik naast mijzelf ook jullie eraan moet herinneren dat het gewoon ‘maar’ een 1/8e triatlon is. Geen kwart, geen halve, geen Ironman. Zelfs geen marathon. Heb ik net mijn zenuwen onder controle, gaan jullie mij toejuichen alsof ik een Spartathlon van plan ben. Ik ben Léonie van den Haak niet! (En ook mijn vader niet, hoewel ik wel erg op hem lijk).
Maar ja, het kwaad was al geschied. Zonder dat ik ook maar de kans kreeg te protesteren was maandag uitgeroepen tot nationale ‘knutsel-een-heldenbordje-voor-Sanne-dag’ en bleek een hele groep mensen spontaan te hebben besloten dat het beste Tweede Pinksterdag-uitje het bekijken van een stelletje zwemmende-fietsende-lopende malloten was. Kijk, dat ik zo gek ben om af en toe een dagje schreeuwend bij een evenement te staan, is natuurlijk prima. Maar dat betekent natuurlijk niet dat iedereen dat ineens moet gaan doen. Of, zoals je moeder vroeger vast ook altijd zei: ‘Als één iemand in de sloot springt, dan doe jij dat toch niet ook?’
Tenzij je natuurlijk een triatlon gaat doen en het zwemonderdeel gesitueerd is in een gracht. Of nee, een singel. Qua groenheid van het water precies hetzelfde, maar het klinkt toch wel net iets gezelliger. Tenminste, dat dacht ik op dat moment nog. Niet veel later zou ik erachter komen dat ‘singel’ als synoniem ook wel het woord ‘waterhel’ heeft, maar al lopend van de parkeerplaats naar de start was ik nog zo bleu als alleen een debuterend tryatleet kan zijn.
En natuurlijk was het spannend. Alles was nieuw, alles voor het eerst. En ik moest ‘my little Ponsteen’ toch ook wel een beetje moed inspreken toen ik al die snelle tribikes zag inchecken bij het Parc Fermé (die voor de gelegenheid heel logisch was gesitueerd in een ondergrondse parkeergarage – waar kun je immers beter parkeren dan daar?). Tja, en daar sta je dan. Met al je spullen. Wie denkt dat het lastigste onderdeel van triatlon het combineren van 3 sporten is, heeft het goed mis. Het moeilijkst is het niet vergeten van één van al die duizend spullen die je moet meeslepen (een volksverhuizing is er niks bij). Én al die spullen in de wisselzone zo neerleggen dat het logisch, snel en handig is. U moge begrijpen: beter goed gejat dan slecht bedacht. Dus legde ik aan de ene kant heel cool vol vertrouwen al mijn spullen op hun plek, terwijl ik ondertussen bij mijn buren afkeek hoe zij nu hun helm op de fiets hadden gepositioneerd en of ze nou wel of niet alvast hun startnummer met zwemmen omdeden.
Eenmaal race-ready, was het tijd om alvast bij de waterkant te gaan kijken. Drie kwartier voordat ik aan de bak mocht, was het namelijk al tijd voor de bikkels van de kwart (waaronder ‘Iron Marco’) om te water te gaan voor hun 1000 meter. Terwijl ik met het afgaan van het kanonschot de zenuwen nog even hard door mijn lijf voelde gieren, zwakten deze al snel af toen ik zag dat een heel legio mensen na 5 meter al besloot het borstcrawlen te laten voor wat het is en in relaxte schoolslag verder te gaan. ‘Oh, als het zo gaat, dan kan ik het ook!’ Niet wetende wat mij nog te wachten stond. Bleue bleue tryatleet.
Inmiddels was het toch echt tijd geworden mezelf in mijn wetsuit te hijsen. En ik had mijn badmuts nog niet op mijn hoofd of ik werd al omsingeld door een gedeelte van de supporterscrew die mij de rest van de middag zouden blijven achtervolgen. Iets waarvan ik op dat moment nog niet wist hoe ontzettend geweldig fijn ik dat zou vinden. Marjolein met haar superbord, Chiel en Janine met de camera en John met zijn GoPro. Het leek bijna alsof ik een soort van BN’er was met mijn vader en vriend als bodyguards eromheen. Ik kan in ieder geval wel zeggen dat je als presentatrice nooit een badmuts op moet zetten, dat komt op beeld toch enigszins, eehh…onflatteus over.
Maar genoeg handtekeningen, veren en aandacht. Het was tijd om te starten waarvoor ik gekomen was: eindelijk mijn status als tryatleet in te ruilen voor die van triatleet! Te water dus maar! Na een aantal weken van schrikbarende watertemperaturen was de Woerdense singel na een mooi zonnig weekend gelukkig opgewarmd tot goed te doen zwemwater. Even dobberen dus nog maar en *BAM!* Ineens klonk daar sneller dan verwacht het kanonsschot en voor ik het wist lag ik midden in een gewoel van armen, benen en badmutsen. Help! Wat is dit?! Terwijl ik voor voeten in mijn gezicht probeer te vermijden, wordt achter mij aan míjn voeten getrokken. Spartelend probeer ik iets van borstcrawl te zwemmen, maar in werkelijkheid ben ik drukker bezig adem te happen en niet in paniek te raken dan iets anders. Waar. Ben. Ik. Aan. Begonnen.?! Ja, ik had wel van de ‘wasmachine’ gehoord, maar niet dat deze op lang programma zou staan en meteen al in werking zou treden. Man, dit is verschrikkelijk! Ruim 200 meter lang voelt het alsof ik aan het overleven ben. Pas als ik eenmaal de boei en het keerpunt voorbij ben voelt het alsof ik een beetje aan het zwemmen ben. Maar ook nu is het vooral positie bepalen. Er liggen er twee voor mij en ik kan er dus nét niet tussendoor of eromheen. Gefrustreerd blijf ik er maar een beetje achter hangen. Ergens ook enigszins blij dat ik soort van een beetje op adem kan komen. Wanneer ik eindelijk ruimte krijg kan ik gelukkig nog iets aanzetten en is daar eindelijk de trap. I survived! Maar vraag niet hoe!
Tijd om na te denken is er echter niet. Mijn supporterscrew heeft weinig van mijn paniekstart gemerkt, dus ik lach vrolijk naar de camera terwijl ik me al wurmend uit mijn wetsuit zo snel mogelijk richting de parkeergarage probeer te begeven. Dankzij de opvallende kleuren van mijn fiets is het vinden daarvan niet zo moeilijk. Ook de wissel gaat (op één losse veiligheidsspeld van mij startnummer na die even opnieuw ingeprikt moet worden) soepel en al klik-klakkend op mijn fietsschoentjes begeef ik mij soort van hartlopend richting de ‘opstapbalk’. Waar ik gelukkig zie dat ik niet de enige ben die ook niet in één sierlijke boog snel op de fiets kan springen. Rustig inklikken dus en omhoog de parkeergarage uit.
Waar mijn ‘fanbase’ alweer staat te juichen alsof ik prinses Maxima ben. Duimpies omhoog (mijn standaard fotopose deze triatlon) en gaan met die banaan! Twee rondjes van 10 kilometer. Steeds 5 kilometer heen, 180 graden draaien en 5 kilometer terug. Zoals ik van tevoren al had gedacht is het op het parcours één grote inhaalmanoeuvre. Van mensen die mij inhalen welteverstaan. Gelukkig is dat iets waar ik al wel rekening mee had gehouden. In tegenstelling tot in het water laat ik me er hier dus niet door frustreren, maar trap gewoon op mijn eigen tempo door en race mijn eigen race. En goh, dat gaat eigenlijk best lekker! Na de claustrofobische ervaring in het water voel ik me nu zo vrij als een vogel. Ik trap lekker, geniet van de omgeving, de mensen langs de kant en hé….ik haal zowaar ook nog iemand in! Een man. Die dat duidelijk
niet zo heel erg leuk vindt. Zo’n man ja. Hij pakt mij terug, maar zakt daarna direct weer in tempo. Vlak achter hem fietst een meisje waarvan ik het gevoel heb dat ze er ook langs wilt. Als dat na 2 minuten echter nog steeds niet is gebeurd besluit ik aan te zetten en er maar gewoon keihard langs te gaan. Hoppa! Dat ging lekker! En best soepel eigenlijk. Misschien had ik al die tijd toch best nog wel wat harder kunnen fietsen. En was ik sowieso sneller geweest als ik na het eerste rondje niet eerst de verkeerde afslag had genomen. In plaats van links naar het parcours was ik per ongeluk al rechts gegaan richting de parkeergarage. Shit! Snel omkeren en terug. Stom, stom, stom! Tja, je bent tryatleet of….
Inmiddels heeft ‘de man’ mij vlak voor de wissel toch weer terug ingehaald. Ik ben hem echter niet uit het oog verloren en ga vlak na hem het parc fermé in. Fietsschoenen uit, loopschoenen aan, nog even snel een gelletje met cafeïne voor een laatste kick en door! De parkeergarage uit….aaaahhhh! Dat is dus echt NIET fijn. Na het fietsen meteen een kuitenbijtertje omhoog moeten. Maar goed, niet klagen, niet zeuren. We zijn op 2/3e van de race en vanaf nu is het alleen nog maar lopen. Lopen zo hard je kan!
En hoewel het lopen zwaar is en het voelt alsof je met loden benen een sprinter probeert te imiteren, ga ik warempel best veel mensen voorbij. Eerst haal ik ‘de man’ in (Dag! Dag!), maar ook de rest van de ronde zijn er meer mensen waar ik langs schiet dan mensen die langs mij schieten. Kijk, dat geeft de burger moed! Nog niet te spreken over mij aller-aller-geweldigste supporterscrew die zich onverwachts met nóg meer mensen heeft uitgebreid! Want, zie ik dat nu goed? Hé dat is Ron! En kijk, daar is John weer met zijn GoPro! En wat?! Marnix?! Hoe cool! En ja, daar staan Chiel en Janine en Marjolein en mijn vader, mijn vriendje en nu ook Monique! Twee giga borden worden in de lucht gehouden en ik kan niks
anders dan juichen, lachen en mijn duimen de lucht ingooien! Man, wat is dit gaaf! En zo ontzettend tof! En zo fijn ook! Want echt, ik mag het dan vaak horen, maar nu merk ik ook zelf hoeveel support helpt. Een hoop! Zelfs de tweede ronde, wanneer ik stiekem denk dat even wandelen best wel lekker zou zijn, spreek ik mezelf toe ‘Nee San, niks wandelen jij Nog maar één rondje. Iedereen staat daar. Ze geloven in je. Je gaat het gewoon doen!’. En dus loop ik door, blijf ik mensen inhalen en ben ik voor ik het weet weer aanbeland bij het centrum. Als ik Ron zie staan weet ik dat ik er bijna ben. Ik zwaai, loop door, juich naar John met zijn camera, steek mijn duimen op naar Marnix die mij bemoedigende woorden toespreekt. En dan, vlak voor ik de laatste hoek omga, haal ik nog twee dames in, steek met een big smile mijn gebalde vuisten in de lucht naar Marjolein, Janine, Chiel, Monique, mijn vriendje en mijn vader en zet nog een állerlaatste keer aan richting de finish.
Jaaaaaaaaa! I. DID. IT!
Kapot. Moe. Stuk. Leeg. Maar blij. Zo blij! Race with a smile, finish with an ever bigger one!
Want ja, ok, het mag dan wel ‘maar’ een 1/8e triatlon zijn. Het was wél mijn eerste. En tevens mijn (loop)rentree na een jaar van uit elkaar gespatte marathondromen, blesssurefrustratie en het focussen op nieuwe doelen en uitdagingen. En nu heb ik het gewoon gedaan! Ik ben gefinisht in de ‘bikkelsport’ waarvan ik een aantal jaar geleden niet had durven denken dat ik dit nu geflikt zou hebben. En ik ben niet eens laatste geworden! Wat zeg ik: in de uitslagen ’s avonds blijkt zelfs dat ik in mijn categorie als 12e dame ben geëindigd van de 41! En zelfs als 4e loopster ben gefinisht. Dat had ik toch bij lange na niet durven dromen.
Maar los van tijd, plaats en andere statistieken is het niet dat wat mijn race vandaag een gouden randje heeft gegeven. Die dikke vette gouden glitterrand is er toch wel echt gekomen dankzij mijn SUPER supporters, waarvan ik ondanks mijn ‘ongemakkelijkheid’ vooraf zó blij ben dat ze er waren! Niets fijner om iedere ronde weer uit te kunnen kijken naar enthousiaste gezichten die daar gewoon speciaal voor jou staan. Zelfs als ze je nooit eerder ‘live’ hebt ontmoet. Hoe ontzettend tof is dat?! Echt, alle credits voor jullie: Janine, Chiel, Marjolein, Monique, Ron, John, Marnix en natuurlijk mijn allerliefste vriendje en geweldige vader. Dank dank dank! Jullie zijn mijn helden!
Maar ook Marco, die vandaag niet alleen de kwart finishte maar ook de ‘aanstichter’ is van mijn hele triatlon-avontuur en degene is die mij half november overhaalde om me in te schrijven voor de ICAN in Amsterdam. En hoewel ik er nu nog niet aan moet denken dat ik over een maand(!) al de olympische afstand moet gaan volbrengen, (help! 1500 meter waterspartelen!) blijft hij stug geloven en zeggen ‘Jij kan dat’. Niets fijner dan mensen die in je geloven!
En ja, als je dan na het overwinningsbier (ok, twee stuks) ook nog eens bedolven wordt onder ik weet niet hoeveel berichtjes en felicitaties, dan kun je eigenlijk niet anders dan je ongemakkelijkheid maar gewoon van die roze wolk schuiven en er maar gewoon keihard van genieten. Ook al is het misschien too much en is het inderdaad misschien een groter ‘ding’ geworden dan het eigenlijk is: so be it. I’m a triathlete now. And no way I’m not gonna enjoy that…with a big BIG smile!
Proficiat… leuk verhaal met mooie foto’s van een prima debuut…. btw I hate zwemmen dus ik vind het super 😉
Groetjes,
Dorothé
Wat een heerlijk verslag en wat goed dat je ondanks de concentratie en spanning toch zoveel van hebt meegekregen dat langs het parcours gebeurde én hebt onthouden 😉
Zo dicht bij huis, leuk om er te kijken en dan ook nog een “bekende” die meedoet en de aanmoedigingen op prijs stelt, ja, dan zijn wij erbij.
Gefeliciteerd met een fantastisch triatlon debuut en mooie klassering. Op naar de volgende.
Ja, het was in vele opzichten een topdag! Super dat jullie er waren en bedankt nog voor de prachtige filmpjes!
Wat een héérlijk verslag om te lezen! En wat super gedaan! Gefeliciteerd triatleet!