Voor degenen die denken dat ik altijd lachend en fluitend met goede resultaten over de finish kom, verrassing….ook ik heb zo mijn off days. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Soms (meestal) finish je (with a smile – als het meezit) en heel soms ook niet.
Ik moet dan ook eerlijk zeggen dat ik er de hele week al tegenaan zat te hikken. Mijn eerste ‘oefenwedstrijd’ met de meiden van de eerste divisie. Niet omdat de meiden niet aardig zijn (verre van zelfs!), maar wel omdat ik van tevoren al wist dat het voor mij aanpoten zou zijn. En tja, dan ben ik zo’n verantwoordelijkheidsvogel die dan toch die ‘teamdruk’ voelt. Niet omdat zij het mij opleggen, maar omdat ik dat zelf doe. Gevalletje ‘de ander niet willen teleurstellen’.
Nu kun je je eigen (doem)gedachtes nog wel controleren. Het weer is echter een ander verhaal. Daar waar het halverwege vorige week nog prachtig voorjaarsweer was, zagen de voorspellingen voor zondag er toch een stuk minder florisant uit. Sterker nog, als je niet zou weten dat het april was zou je zweren dat we aan het begin van de winter stonden! Hagel, regen, wind en natte sneeuw(?!) Ehm….en wij moeten in een buitenzwembad zwemmen?! ‘Gelukkig’ kregen we van de organisatie nog een ‘onderkoelingsprotocol’. Om de moed er nog even in te praten zeg maar.
Dus vertrok ik vanochtend bepakt en bezakt richting Arnhem. Met een tas om mijn schouder en wat last op mijn schouder. Mezelf ondertussen de moed inpratend dat wanneer je ergens tegenop ziet het uiteindelijk alleen maar mee kan vallen.
Met het weer viel het in ieder geval alvast wat mee. Ja het was koud (erg koud zelfs!), maar…het was droog en zo af en toe scheen er zelfs een waterig doch hartverwarmend zonnetje. Teamgenootje Anne en ik liepen ondertussen te geinen over wie het slechtste kon fietsen. Allebei konden we niet geloven dat de ander nóg slechter was dan onszelf. Een weddenschap die ik uiteindelijk toch heb gewonnen.
Verder was de start van zo’n eerste triatlon van het seizoen (in winterse omstandigheden) vooral een kakelend kippenhok van ‘Hoe leg jij je spullen klaar?’, ‘Doe je nou wel of geen lange broek aan met fietsen?’, ‘Startnummer al aan met zwemmen of pas daarna?’. Zoals ik al eerder wel eens heb gezegd…triatlon is sporten en denken tegelijk. En klappertanden in dit geval.
Eén van de prangende vragen was: wel of geen wetsuit? Buiten was het 4 graden, maar het zwemwater was opgewarmd tot 21 graden. Het feit dat iedereen wat anders deed en daar andere redenen voor had, maakte de keuze er niet makkelijker op. Ik besloot uiteindelijk als enige van mijn team zonder te gaan. Het water leek me warm genoeg, plus dat ding uittrekken is een crime en daarna ben je toch koud. Die 5 minuten van tevoren bibberen op de kant daar komen we wel overheen.
‘The flying VZC girls? Over 2 minuten in baan 1!’ Wow! Dat ging snel ineens! We spraken nog even snel onze tactiek af en voor we het wisten lagen we in het water. Snelle Anne voorop, daarna Saskia en Saskia (de kleine en de grote) en ik als ‘aanduwer’ en hekkensluiter van het stel. We hadden het eerste baantje nog niet gehad en ik vond het heerlijk! Het water was prima te doen in mijn trisuit en omdat ik normaal gesproken sneller zwem dan de Saskia’s kon ik heerlijk in mijn comfortzone mijn baantjes trekken. Van die momenten dat je weer eens beseft hoe fijn zwemmen is. En hoe ideaal als je met je eigen team een eigen baan hebt en geen last hebt van benentrekkers of wasmachines! Ik teken ervoor!
De 475 meter waren voorbij voor ik het wist. Maar ik wist ook dat de wedstrijd voor mij nu pas zou starten. Koud en nat wurmden we ons zo goed en zo kwaad als het kon in zoveel mogelijk kleding. We wonnen alvast niet de prijs voor de snelste wissel, maar in ieder geval wel voor de warmste!
Het lachen verging me echter snel toen na een kleine afdaling het eerste stuk van het fietsparcours over een heuvel omhoog ging. Ik was nog maar 10 meter op weg en toen voelde ik al dat het een zwaar ritje zou worden. Ik deed mijn best om bij Anne en Saskia klein aan te haken, maar zelfs met herhaaldelijke duwen in mijn rug van Saskia groot lukte het me gewoon niet om aan te pikken. Ja, 2 seconden…om vervolgens al ploeterend weer af te zakken. Hoewel ik warm was aangekleed en het niet koud had, voelde ik toch de kou op mijn longen (van het lopen naar de wisselzone?). Ondertussen hijgde ik als een verbeten keffertje dat koste wat kost de hazewindhonden wilde bijhouden. Maar het lukte gewoon niet. En hoe verbetener ik trapte, hoe meer het besef dat ik hierna nóg een rondje moest. En dat ik daarna ook nog eens op hoog tempo (met mensen die toch wel zo’n 2 minuten sneller zijn dan ik op de 5km) 2 rondes moest lopen.
Tja, en dan gaat het natuurlijk mis. Als je mentaal je in de steek laat en je fysiek heeft het al zwaar, dan breekt op een gegeven moment het touwtje en is het gewoon klaar. Vlak voor het einde van de eerste ronde heb ik ze dus laten gaan. Liever dat dan een ‘blok aan het been’. Het zat er niet in en het ging er ook niet van komen. Zij fietsten door. Ik stopte.
Met tranen in mijn ogen. Van falen, op zijn en weten dat je het gewoon niet hebt gered. In mijn eentje doorgaan had nog gekund, maar dat station was ik gepasseerd. Ik wilde me omkleden, wat warms drinken en me verstoppen onder een heel groot zacht dekbed om er de rest van de dag niet onderuit te komen. Uiteraard kom je om dat soort momenten altijd bekenden tegen, waarvan je nou net had gehoopt dat je ze met een glimlach had mogen ontmoeten. Maar goed, ook dit is sport. Sometimes you win, sometimes you lose.
Ik heb mezelf dan ook niet onder een deken verstopt, maar heb me warm aangekleed en kop koffie genomen en ben bij de finish mijn teamgenootjes staan opwachten. Samen uit, samen thuis. Ik vond het gelukkig erger dan zij dat ik was uitgevallen. Bovendien mochten ze ook met z’n drieën finishen en hebben ze achteraf een looptijd neergezet waar ik toch niet aan had kunnen tippen. Gevalletje niveauverschil zeg maar.
Inmiddels is de teleurstelling gezakt. Ik heb gedaan wat ik kon en meer zat er gewoon niet in. Niet finishen is niet leuk, maar boven je kunnen presteren is misschien nog wel frustrerender. En die DNF? Die had ik ook nog niet op mijn lijstje staan. Ik zie het maar als een leermomentje en een teken om vooral lekker te blijven sporten voor het plezier.
Hè, wat jammer. Maar inderdaad ook knap dat je op zo’n moment uit kunt stappen. Wel fijn dat je teamgenootjes ook met z’n drietjes mochten finishen, dat haalde de druk er bij jou vast een klein beetje af. Wel een ervaring rijker in elk geval.
Oh ik zie nog meer autocorrectie fouten grrrrr
Haha! Zolang ik het bericht maar kan lezen toch? 😉
Hè = je
Een dnf is geen mislukking maar een leermoment. Leuk is anders natuurlijk. De moed om te starten en te geven wat je kunt is her belangrijkste en de rest os toegift. Mooi dat je dit ook deelt met hè volgers.
Groetjes,
Dorothé
Tja, het zou wel erg onrealistisch zijn als ik hier alleen maar mooie verhalen zou delen. Ook dit hoort erbij. Zonder dieptepunten geen hoogtepunten. Over mijn teleurstelling ben ik inmiddels wel heen. Meer dan mijn best kon ik niet doen en als je best niet goed genoeg is, dan is het goed zo.
Ook dit hoort erbij en er is moed voor nodig om het te benoemen. Ben trots op je.
Verstandig, goed gedaan!