Hard en tot het gaatje gaan. Ik schreef vorige week al dat ik daar geen moeite mee heb. Snot voor je kop en doorgaan tot je er (bij wijze van spreke) bij neervalt. Maar dat kun je natuurlijk niet altijd doen. Sterker nog, een wijze uitspraak luidt: ‘rusten is ook trainen’.
Even een stapje terug. Pas op de plaats en in plaats van snot voor je kop, wat rust in je kop. Oh, en wat zon op je kop. Dat is ook wel fijn! Zo zat ik vorige week 4 dagen in Spanje. In m’n uppie. Een fijne korte break, waar ik ontzettend aan toe was. En wat was het fijn! Beetje rondlopen, boekje lezen, hapje eten, biertje drinken, nog een hapje eten, wijntje, tapas… Niks moet, alles mag. En hoewel ik mijn loopspullen had meegenomen en in het begin zelfs nog baalde dat ik mijn zwempak niet bij me had (ik had een surpisetrip geboekt en wist van tevoren niet dat ik op een plek met strand zou belanden), heb ik dat gevoel al héél snel losgelaten. Ik had gewoon even helemaal geen zin om iets in die trant te doen. En dat heb ik dus lekker ook niet gedaan. Zonder schuldgevoel. Wat eigenlijk ook logisch is, want sporten moet je niet doen uit schuldgevoel, maar uit zin en plezier.
En met die insteek vertrok ik afgelopen zondag ook naar de Montferland Run. Los van het feit dat om 23.30 landen uit Spanje en om 1:00 in je bed kruipen niet echt een goede voorwaarde is om snot voor je kop te lopen, was ik dat vandaag ook helemaal niet van plan. Ik was dan misschien wel goed uitgerust door een aantal dagen ‘niks’ doen. Ik wilde graag het ‘mañana mañana’ gevoel uit Spanje een beetje vasthouden en gewoon lekker genieten.
En als er één loop geschikt is om lekker van te genieten, dan is het de Montferland Run wel! Vorig jaar liep ik hem voor het eerst en mocht ik optreden als ‘heldenhaas’ voor Babette. De hele route lang hebben we onderweg lol lopen trappen, kushandjes uitgedeeld aan het publiek en kei-hard genoten van de mooie omgeving. Dat was zo goed bevallen dat ik besloot het dit jaar weer zo te doen. Ik daagde mijn zusje dus uit om haar eerste 15 kilometerloop hier te komen doen en had zo voor mijzelf een goed alibi om niet alsnog stiekem te hard van stapel te lopen (ik ken mijzelf een beetje….)
Hoewel ik ’s ochtends eerst nog even dacht ‘Ik ben nog zo moooeeehhoooee. Ik heb geen zin. Ik wil terug naar Spaaanjeeee!’, was dat gevoel bij aankomst in ’s Heerenberg meteen verdwenen. Ok, de zon had best een beetje harder mogen schijnen een een graadje of 19 was zeker niet verkeerd geweest. Maar goed, je ken niet alles hebben. Wat ik wel had, waren veel bekenden om mij heen. Direct bij aankomst spotte in Birgitte en Drikus al, botste ik bij de dixies bijna op tegen Renée, groette ik Ron en was daar uiteraard ook Babette en bij de start ook Els. Gezelligheid gezelligheid dus!
De sfeer zat er nog voor de start goed in. Er werden tieten geshowt (nee, dat is geen tikfout), onder andermans poncho gekropen, grapjes gemaakt over de speakerguy (‘Die had graag omroeper bij de TdF willen worden geloof ik’) en gesproken over ‘holdrollen’ (drollen die zich pas een weg naar buiten banen zodra je een stuk gaat lopen). Kortom, wij hadden er zin an!
Als 3 musketiers gingen we uiteindelijk op weg. Sjoerd, zusje en ik. Babette was eerst van plan wellicht ook nog met ons mee te lopen, maar had een trainingsschema om zich aan te houden (ook een goed alibi om lekker rustig te lopen!), dus moest ons helaas laten gaan.
Een ander plan dan uitlopen en genieten hadden we niet. Een tijd tussen de 1.30 en 1.45 zou voor mijn zusje mooi (en haalbaar moeten) zijn, maar verder zouden we wel zien.
De eerste kilometers vlogen in ieder geval als vanzelf voorbij. Het leuke van de Montferland Run is dat het niet alleen een hele mooie loop is, maar ook nog eens een heel gezellige loop. Met nog best veel publiek en muziek langs de kant. En tja, dan kan ik me dus niet inhouden. Met het plezier van vorig jaar nog in mijn geheugen gegrift waren in het eerste het beste dorpje waar we doorheen kwamen de eerste handkussen en danspassen al uit mijn lijf gefloept. Tja, als je toch het plan hebt ervan te genieten…
Hoewel het wel een beetje vervelend voelde naar mijn zusje toe. Niet omdat ik haar als familielid van een gestoord persoon voor gek zette (nou, ok, een beetje dan), maar vooral om Sjoerd en ik ‘easypace’ konden lopen terwijl zij hard haar best aan het doen was. Ze heeft dan ook meerdere malen geroepen dat we best vooruit mochten gaan als we wilden. Maar mooi niet dat we dat gingen doen! Samen uit, samen thuis. Ook als er iemand naast je ineens begint te vloeken.
Het was op het 5km-punt dat ik mijn zusje ineens ‘Wat thef&^%!’ hoorde roepen. We waren aangekomen bij de beruchte Peeskes Bult. Een klim van 42 meter, die van een afstandje eerder 420 meter lijkt. Ok, overdrijven is ook en vak. Maar een klim is een klim en die moet je toch over. Gelukkig geldt hiervoor het spreekwoord: ‘What comes up, must go down’. En ach, als je dan eenmaal boven bent, dan heb je nog maar 9 kilometer een een aantal klimmetjes te gaan…Appeltje, eitje, en bekertjes lauw water bij de drankpost (Yak! Vorig jaar ook al. Waarom?!)
Ondertussen verbaasden we ons over het aantal midwinterhoornblazers dat als kabouters uit de bossen gekropen leek te zijn. Waar ik mij vorig jaar één man in een weiland kon herinneren, leken ze nu de hele club opgetrommeld te hebben. Ik zal dan ook niet ontkennen dat er niet enkele grapjes over peniskokers voorbij zijn gekomen (waarvoor mijn oprechte excuses).
Ook in grote getale aanwezig waren de camera’s en fotografen. Ik geloof niet dat er een loopje is waarbij je na afloop zoveel filmpjes kan bekijken. Compleet met camera’s links, rechts en panoramastand. U begrijpt, ik heb me flink staan uitsloven onderweg.
Dat mensen je daardoor inmiddels ook herkennen en dat je na het zwaaien naar een fotograaf ineens teruggeroepen krijgt “Ik stuur de foto’s wel door naar je blog!”, is natuurlijk redelijk gênant. Maar het levert dan weer wel leuke plaatjes op (dankjewel Richard!)
Even gênant was mijn ‘fannypack’ aka spibelt die kneiterhandig en net zo lelijk is. Gelukkig maakte mijn Kari Traa outfit een hoop goed. Ik geloof niet dat ik eerder zoveel complimentjes over mijn sportkloffie heb gehad. Hoewel één meneer me liever alleen in een kort broekje had zien lopen. Dus.
Steady as she goes, ging mijn zusje nog steeds gestaag door. Zelfs toen ik me een keer of 3 vergiste in de uitspraak ‘dit is écht de laatste heuvel’ (sorry zussie!). Maar hoe ver 15 kilometer ook mag zijn (post-blessure tijdperk tikte ik deze afstand ook nog maar 3 keer eerder weer aan), aan alles komt een einde. En met nog een paar honderd meter te gaan, wist ik mijn zusje aan te sporen nog even een laatste eindsprint te trekken, waarmee we met een dikke vette glimlach en omhelzing met 1 uur en 33 minuten over de finish kwamen. Trots!
En wat kan een wedstrijd zonder snot en kapot gaan dan toch ook zoveel voldoening geven! Het gaat echt niet altijd om een snelle tijd. Soms zijn andere dingen veel belangrijker. Zoals na afloop samen een biertje drinken. En dat je ’s avonds niet hoeft te koken omdat je zusje jullie al heeft voorzien van soep en thaise viskoekjes.
Dus, ga je altijd hard en ga je altijd maar door? Snuit dan ook eens je neus en je zult zien dat zonder snot voor je kop de wereld er ook heel erg zonnig uitziet!
super! Ik ga m ook een keer doen!! Klinkt allemaal te leuk!
De MontferlandRun is een feestje! Prachtig parcours, goede sfeer en lang zo massaal niet als de Zevenheuvelenloop. Echt een aanrader!
Haa, leuk zeg! Het was duidelijk genieten! En mooie foto’s erbij. Top!