Nog geen twee weken geleden ontving ik via Facebook een berichtje van Jantiene.
“Ha Sanne! Alles goed? Heb je woensdag 5 augustus wat te doen?”
“Ehm, nee, niet echt. Hoezo?”
“Nou, wat dacht je ervan om samen gezellig een zwemtochtje te maken in Zeeland van 4 kilometer?”
“Zeeland? Das wel ver zo op een doordeweekse woensdagavond.” (Om over die 4 kilometer nog maar niets te zeggen)
“Ik heb een autootje geregeld. Je kan zo meerijden als je wil.”
“Ehm, ok!”
Tot zover deze korte demonstratie ‘Hoe haal je Sanne over voor een evenementje’. Breng iets met enthousiasme en overtuiging en nog geen 5 minuten later sta ik ingeschreven. Simple as that! Iets met impulsiviteit heet zoiets. Een gevalletje ‘eerst doen, dan denken’. Want, geloof mij, dat denken dat doe ik echt wel. Maar dus pas nádat ik op de knop ‘inschrijven’ heb gedrukt. Dan kickt ineens de realiteit in, die zachtjes doch duidelijk in mijn oor fluistert: ‘Ehm, Sanne, heb je ooit wel eens verder dan 1500 meter achter elkaar aan één stuk gezwommen? Heb je al wel eens fatsoenlijk in de zee gezwommen? Heb je enig idee dat golvend zout water wat anders is dan een schattig meertje, laat staan een zwembad? Weet je héél zeker dat dit niet een iets té ambitieus plan is?’
U zult begrijpen: diezelfde middag lag ik nog in het zwembad om als een razende met 120 baantjes (3000 meter) mijn geweten te sussen én vertrouwen te kweken. Op de site stond namelijk vermeld dat als je eenvoudig 2500 meter binnen het uur kan zwemmen je de tocht moet kunnen finishen. Ik haalde dan ook opgelucht adem toen ik op relaxmodus precies 3000 meter in 60 minuten aantikte. Ok, dit was dan wel zwembad en geen zee. Maar een mens moet toch ergens hoop uit putten.
En zo kwam ik gisteren dus vol goede moed aan op station Driebergen, waar Jantiene mij met haar rode autootje al stond op te wachten. Los van online contact en een korte ontmoeting bij de Henschotermeer Games kenden we elkaar eigenlijk nog niet, maar daar was tijdens de 2,5 uur durende autorit weinig van te merken. Zet twee bruisballen bij elkaar en je bent in Zeeland voor je er erg in hebt!
Omdat de zwemtocht één rechte lijn is van Domburg naar Oostkapelle hadden wij besloten de auto in Oostkapelle te parkeren en vanaf daar naar de start in Domburg te lopen. Zo konden we na de finish snel bij onze handdoeken en droge spullen terecht en konden we mooi op de heenweg de route vanaf de vloedlijn alvast een beetje verkennen. Eén probleem: wat doe je met je spullen die je bij de start achter laat? Gelukkig heeft Jantiene voor alles een oplossing en die oplossing kwam in dit geval onder de naam van Peter. Hij zou als supporter ons niet alleen mentaal ondersteunen maar ook als ‘man van de bagage’ optreden. En alsof dat nog niet genoeg was kwam ook Merel ons al hardlopend aanmoedigen en nam ze de taak van fotografe op zich. Nou, als dat niet goed komt, dan weet ik het ook niet meer!
Totdat we ons na aanmelding bij de inschrijfbalie meldden bij de ‘mevrouw van de vosjes’. Sinds dit jaar is het voor iedere zwemmer in verband met veiligheid verplicht om met een eigen boeitje aka vosje te zwemmen. Jantiene en ik waren nog niet in het bezit van zo’n mooi eigen vossenstaartje, maar aangezien op de site vermeld stond dat je ze ook ter plekke kon huren, waren we daar vol vertrouwen vanuit gegaan. Totdat dus bleek dat ze op waren. “Ja, het is echt veel drukker dan we hadden gedacht. We hadden wel 10 boeitjes te huur maar ze zijn allemaal op”, aldus de mevrouw van de vosjes. “Tien boeitjes?!” gilden Jantiene en ik in koor. “Maar er zijn meer dan 100 voorinschrijvingen!” Tja, daar mevrouw vosje ook verder niks aan doen. Op is op en het feit dat we misschien dus wel 2,5 uur voor niks in de auto hadden gezeten deed daar niks aan af. Zonder vosje geen start. Nou, dat zullen we nog wel eens zien! No way, dat we zonder te zwemmen weer naar huis rijden. Desnoods halen we het startnummer weer van onze arm en zwemmen we illegaal achter de menigte aan. Niemand die ons kan verbieden om in de zee te zwemmen.
Gelukkig bleek alle paniek en voorgenomen baldadigheid uiteindelijk voor niets. Via via was een extra doos met vosjes ingevlogen en zo konden wij alsnog met een sexy staartje (‘Kijk! Ik lijk Pamela van Baywatch wel!’) aan onze heldhaftige tocht beginnen. Want ja, ‘shit was getting real now’! Ik had er zin in, maar zat hem stiekem ook wel een beetje te knijpen. Om mij heen zag ik alleen maar brede schouders en zelfverzekerde gezichten. Duidelijk allemaal zwemmers die regelmatig hun vosje uitlaten in het gebied genaamd de Noordzee. Bekend terrein. Appeltje eitje. En ik sta daar als een banaan met badmuts tussen. Help! Waarom moest ik ook alweer zo impulsief zijn?
Gelukkig was Jantiene net zo bleu op dit gebied als ik. Iets meer ervaren qua gekke uitdagingen wellicht, maar ook zij had geen idee wat haar te wachten stond hier. Ons doel was dan ook puur: finishen en KEI-HARD genieten. Gezien de uitslagen van eerdere jaren niet een heel slecht plan, want daar had ik tijden gezien waar mijn wetsuit vanaf zakt. Vier kilometer binnen het uur?! Pardon? En dan lagen de langzaamste tijden ook nog eens rond de één uur twintig! De enige namen die daarna op de lijst stonden hadden de letters DNF (did not finish) achter hun naam staan. Slik. Héél goed plan, Sanne. Heel. Goed. Plan. (Maar niet heus).
Ok. Genoeg gezenuw. Tijd om te starten. En kom op, het is toch eigenlijk niet meer dan gewoon een stukkie zwemmen? Gewoon, een uurtje of anderhalf niet meer dan rustig peddelen en hard genieten. En als ik dan laatste word; so be it. Zolang die drie letters maar niet achter mijn naam komen te staan vind ik alles best.
En daar gingen we. De volleerde vossen keihard rennend het water in. Ik (met als mantra ‘laat je niet gek maken’) er rustig achteraan. Nog één blik naar Jantiene, nog één keer succes en…plons! Weg waren we!
Mijn eerste gedachtes? ‘Wow! De kleur van het water is echt heel anders dan in een meer!’ (Lichtgrijs in plaats van mosgroen.) ‘En het smaakt ook anders.’ (Zout!) Maar toch…het viel me niet tegen. Met rustige slagen zwom ik naar de ‘startboei’ waar we eerst omheen moesten voordat we in een lange rechte strook langs de kust richting Oostkapelle gingen. Met ruim 150 zwemmers aan de start was het aan het begin een beetje dringen geblazen, maar al snel lag ik zo vrij als een vogel..eh…vos..eh…vis in het water en kon ik mijn eigen slag en tempo bepalen. Mijn doel? Vooral rustig, rústig zwemmen en me niet focussen op het feit dat ik de kopgroep na 100 meter al niet meer voor me zag. Hard gaan is leuk, maar niet als je vier kilometer moet en onderweg totaal geen referentiekader hebt van hoe ver je hebt gezwommen. Jantiene had nog een horloge mee zodat ze in ieder geval kon zien hoe ver ze nog moest, maar ik? Geen idee! Ik prentte me maar in dat vier kilometer een heel eind is en dat ik dus maar beter niet te overmoedig kon zijn. Finishen en genieten!
En dat genieten, dat lukte wel! Eenmaal een fijne cadans qua slag te pakken, kwam het besef hoe tof dit eigenlijk was. Met de zon in mijn rug, kleurige strandhuisjes aan mijn rechter ooghoek en eindeloze zee aan mijn linkerkant. Wow! Dat ik dit mag en kan doen! Kijk mij nou! Hier. Zwemmen in de zee. Hoe stoer is dat! Ik kan dit gewoon! Wie had dat gedacht? Ik vorig jaar in ieder geval nog niet. Man, toen zwom ik nog niet eens! Kan mij het schelen als ik laatste word! Ik doe dit toch maar mooi effe. En het gaat nog lekker ook! Wow, wat is dit gaaf!
Links, rechts, links, adem. Rechts, links, rechts, adem. Met een blije bubbelsmile maakte ik mijn meters. Licht golvend op het water, maar die deining was eigenlijk best wel lekker. Alleen niet vergeten om af en toe een beetje koers te bepalen. Gelukkig had ik rechtsvoor een ‘zeehondje’ zwemmen. Een man die (aardig hard!) schoolslag zwom en waarvan ik dus mooi steeds het witte badmutskoppie kon volgen. Verder bleken ook de feloranje boeitjes handige navigatiepunten te zijn. Steeds als ik weer iets te ver uit koers dreigde te raken, hoefde ik alleen maar om mij heen te kijken om te zien of ik nog wel een beetje in de juist lijn zwom. Enige kris-kras-bewegingen kon ik voorkomen, maar het behoedde me er in ieder geval van dat ik in Engeland uit zou komen in plaats van in Oostkapelle.
Ondertussen was ik besef van tijd en afstand behoorlijk kwijt en had ik geen idee op welk punt in de tocht ik ergens zat. Ik bleef mezelf maar voorhouden dat ik vast nog verder moest dan ik dacht, want afgezien van het feit dat mijn wetsuit wat in mijn nek begon te schuren (gevalletje vaseline vergeten), ging het verder nog verbazingwekkend soepel. En hoewel ik het gevoel had op dit tempo nog uren door te kunnen gaan, bleef ik in stille afwachting van het punt waarop mijn armen pijn zouden beginnen te doen en ik het zwaar zou gaan krijgen (ik was er niet anders dan vanuit gegaan dat dat punt onvermijdelijk zou gaan komen).
Toen. Ineens. Was ik mijn navigatievosjes kwijt. Zou ik toch zweren dat er net nog een groepje duidelijk in zicht voor me zwom. Nu zag ik ineens niemand meer. Dat is gek! Lig ik ineens zo ver achter? Zwem ik verkeerd? Gaat er iets mis? Tussen de slagen door probeer ik zo goed als het gaat om me heen te kijken. Dan zie ik ineens iets verder naar links nog iemand met eenzelfde verwonderde blik. Hij kijkt net als ik op, maar zwemt daarna vol vertrouwen verder. Omdat ik geen beter idee heb en verder ook geen idee heb, besluit ik er maar gewoon achteraan te gaan. Daarnaast zie ik in de verte een boot liggen van de organisatie, dus het lijkt me dat we goed zitten. Niet denken, gewoon zwemmen.
Tja, en dan kom je dus aan bij die boot, wijst er een meneertje richting de kant en zegt “Jullie zijn te ver hoor! De finish is daar”. Verbaasd kijk ik achterom, zie in de verte (lees: zo’n 250 meter verderop) een gele boei liggen van het formaat ‘kan niet missen’ en roep enigszins vol ongeloof “Huh? Ben ik er al?” De man op de boot kijkt me geamuseerd aan het zegt ‘Ja, al lang!”
Shit! Als door een wesp in mijn vossenstaart gestoken begin ik als een razende terug te zwemmen. Hoewel ik nog amper kan geloven dat ik er echt al ben besluit ik dat het genieten nu wel mooi is geweest. Naar de finish moet ik! En snel! Als ik dat toch had geweten hè! Man, ik dacht ik pas op de helft zat. Ik ben nog helemaal niet moe! Ik had nog veel harder gekund! De fanatiekeling in mij was duidelijk even wakker geschud. En ook wel een beetje in de war. Aangekomen op het strand weet ik even niet waar ik ben of naartoe moet. Dan zie ik een mede-vos. “Waar moet ik me melden?”, vraag ik nog niet helemaal van verbazing bekomen. Dan zie ik een andere zwemmer een sprintje trekken. O ja, shit, de tijd loopt nog! Ik ren erachteraan en zie links Jantiene al met Merel en Peter langs de kant staan. “Ik was nog even door naar Den Helder!”, roep ik. En meld me dan netjes bij de finishregistratie af. In mijn ooghoek zie ik op de klok de cijfers 53.40 staan. Ehm? Pardon?! Heb ik dit tochtje nou binnen het uur gezwommen? Dat is een grapje zeker! Ook Jantiene lijkt nog niet helemaal van de verbazing bekomen, maar kan er volgens haar horloge niet omheen. We hebben het gedaan! Binnen het uur! En voordat nu iedereen denkt dat wij echt een heroïsch stelletje topzwemmers zijn: nee hoor. Kwestie van voordelige wind en stroming. Want als je na zo’n tocht en zo’n tijd nog energie voor tien hebt en als een stelletje gekken acrobatische capriolen op het strand gaat uithalen of je inbeeldt dat je Pamela van Baywatch bent, dan was het duidelijk niet zo zwaar als dat je had gedacht.
Maar zwaar of niet zwaar. Eén ding was het zeker: super SUPER leuk! Wat een dag en wat een ervaring! Dat is nog eens wat anders dan een woensdagavond training in het zwembad. Ok, je moet er even een stukkie voor rijden, maar dan heb je ook wat: instant vakantiegevoel én een dag om niet snel te vergeten! Het is dan ook niet echt gek dat we na afloop als kleine endorfinebommetjes weer naar de auto terug stuiterden, waarin we tot aan station Driebergen niet ophielden met lachen, kletsen en nagenieten van deze hele gave impulsieve actie. Wat nou slecht plan? Als alle ‘slechte plannen’ zo uitpakken, doe mij er dan nog maar een paar!
Enige minpuntje van zo’n dag? De poging om in slaap te vallen. Dát was pas een slecht plan! Laat ons maar vier kilometer zwemmen als een echte baywatch babe. Dat is voor ons nu ook appeltje eitje!
Hoe cool is dat! 4 km zwemmen in zee en dat binnen het uur! Geef de stroming maar de schuld, ik vind het een topprestatie!!