“Ik heb dus echt nog stééds spierpijn”, kerm ik terwijl ik zojuist op een clowneske manier de trap ben afgestrompeld. “Ik weet meteen ook waarom dat hele fietsen mij niet ligt, ik heb gewoon bovenbenen gemaakt van gummiberen. Lekker om te eten, maar niet om een full combatbattle bootcamp mee te doen.”
Het is zondagochtend en in mijn hoofd klinken nog steeds de echo’s van de uitspraak die ik vrijdagavond tot in den treuren heb herhaald. “Ik haat squats, ik haat squats, ik haat squats, ik HAAT squats!” Het leek bijna een soort mantra en het is dat het zo pijn deed, anders was ik er bijna zen van geworden.
Het stomme is, het was nog mijn eigen idee ook. Nee, niet van die squats (alleen sadisten kunnen zoiets in eindeloze herhaling verzinnen).Maar dat van die bootcamp. Ben coördinator van het stadsstrand bij ons in het centrum en had zomaar dus het wilde idee om samen met de lokale Run2Day een gratis Running Bootcamp te organiseren. Nou, dat heb ik geweten! Dacht ik dat we gewoon gezellig een beetje gingen lopen en ondertussen gezellig wat oefeningetjes doen, bleek ik zonder dat ik het wist bij een militair trainingskamp te zijn aanbeland. En het erge is, als dochter van een marinier kun je je dan natuurlijk niet laten kennen.
“Dus, je sprint eerst naar de achterste pilon, daar doe je 40 squats, dan sprint je terug en doe je 10 sit-ups, daarna weer naar achter voor 30 squats, terug 20 sit-ups, heen 20 squats, terug 30 sit-ups, heen 10 squats, terug 40 sit-ups.”
Terwijl ik nog sta te bekomen van de opdracht die mij zojuist is gegeven, sprint één stel er al vandoor. ‘Stelletje uitslovers’, denken mijn zusje en ik, terwijl we in een sukkeldrafje (onder het mom van ‘spaar je krachten, we moeten nog even’) naar de achterste pilon dribbelen. “Pfff…wel veel hoor, 40 squats!”, roep ik bij de eerste ronde al uit. Laat mij maar sit-ups doen. Of push ups. Om het even. Maar squats? 40 squats? 30 squats? 20 squats? 10 squats? Ik HAAT squats! Met blubberbenen stort ik me ter aarde voor de laatste serie sit-ups. Die wreed verstoord wordt door een lachbui omdat mijn zusje vol dramatiek uitroept: ‘Ik kaahaahaan niet meer!’ Gelukkig is lachen ook een soort van buikspiertraining. Ik keur het bij deze goed.
Dacht ik dat ik na deze ronde van hel en verdoemenis wel genoeg van mijn gummibenen had geëist, blijkt het hele grapje nog te moeten beginnen. Nadat we onze benen even los mochten lopen, staat ons een oefening te wachten waar mijn benen nu nog plezier van hebben: squatten met iemand op je rug. Oh, en nog even een sprintje trekken, een heuveltje op, wat mountain climbers en ach, als je toch bezig bent nog wat push ups. Terwijl het lactaat onderhand uit mijn oren spuit, hebben mijn zusje en ik onze alternatieve buikspieroefening niet meer onder controle. Of we nu high zijn van endorfine of stoned van de verzuring, gedeelde smart is halve smart en gedeelde pret is dubbel pret.
Ondertussen vraag ik mezelf af waarom ik van tevoren ook alweer zo fanatiek had besloten dat ik hardlopend heen en terug zou gaan naar deze bootcamp. Op de heenweg leek het me nog een prima idee. Op de terugweg wenste ik vooral dat mijn gummibenen in troetelbeertjes zouden veranderen en ik op een wolkje meegenomen kon worden naar huis waar een pleister in de vorm van een regenboog al het leed zou verzachten.
Helaas is het leven geen sprookje. Eerder: En ze spierpijnde nog lang en liep ongelukkig.
aaahhh, Ik zat nog te twijfelen om vrijdag ook te gaan, maar nu ik dit lees ben ik blij dat niet geweest ben 😉
Sterkte met traplopen…
Het was ondanks de vele squats wél heel leuk en gezellig 🙂 En als je nu vast een beetje voor oefent, dan kun je in augustus rustig meedoen 😉
Ja wie weet, laat maar weten wanneer het is.
Doe ik!