Meneer van de organisatie: “En, is je held al langsgekomen?”
Toevallige voorbijganger: “Goh, doe je dit nou voor iedereen?”
Marathon loper met verbaasde blik: “Ik? Ben ik ook een held?”
Het blijft voor veel mensen een beetje een vreemd gezicht. Een meisje met rood haar, een roze sjaal, fel gekleurde gympies, een zebrapanty en een groot oranje bord waar – als ze haar mond opentrekt – geluid van achter vandaan komt waar zelfs de schaapjes in de wei van op hol slaan. “Kom op helden! Zet hem op toppers! Het ziet er fantastisch uit! Wel blijven lachen hè! De finish is in zicht!”
Afgelopen zondag was het weer zover. Heldensupport. Voor vele loopmaatjes met een twitter-account inmiddels redelijk bekend. Maar voor meneren van de organisatie, toevallige voorbijgangers en verbaasde marathonlopers, een fenomeen dat nog wel enige uitleg behoeft. Want kijk, dat dit meisje een mooi supportersbord heeft voor haar eigen held, daar is natuurlijk niets vreemd aan. En dat ze wellicht ook nog iets roept naar wat andere bekenden die toevallig meedoen, dat is ook niet gek. Maar dat ze echt écht naar ie-de-re loper aanmoedigingen schreeuwt alsof haar leven ervan af hangt, dat is toch wel een klein beetje apart te noemen.
En ja, zo voel ik mij in het begin ook altijd een beetje. Apart. Gek. Vreemd. En deze zondagochtend wegens een griepje ook niet helemaal lekker. Maar snotneus of niet, heldensupport gaat door. a) Omdat mijn held vandaag inderdaad meeloopt (vriendje ging op PR-jacht op de 10km) en b) omdat zelfs met keelpijn weinig dingen leuker zijn dan dappere marathon-dodo’s een extra steuntje in de rug te geven door middel van een simpele schreeuw, juich of yell.
Want wie denkt dat ik het alleen voor de lopers doe, die heeft het mis. Ik doe het stiekem ook een beetje voor mezelf. Positieve energie heet zoiets. Want hoe mooi is het nou, om op een verbeten gezicht een glimlach te kunnen toveren, simpelweg doordat je zegt dat hij of zij het goed doet. Doordat je aangeeft dat die persoon een held is. Dat is toch prachtig? Voor de loper, maar ook voor mij. Het is een teken dat heldensupport werkt. En dat je door gewoon een beetje gek te zijn, net dat vrolijke verschil kunt maken.
Ook op een verkouden zondagochtend in de nog gure wind vlak voor de start van de 10 kilometer. ‘Waarom deed ik dit ook alweer?’ Bibberend met de jas van vriendje over mijn jas, zoek ik vlak voor de start een strategische plek op om te gaan staan. Niks is immers belangrijker voor een supporter dan een goede spot. Ergens waar je goed zichtbaar bent én de lopers goed kan zien aankomen. Oh, en waar ik een klein beetje zon kan vangen, want echt behaaglijk is het nog niet.
Mijn koude wangen ben ik echter al snel vergeten als ik in de verte het startschot hoor. Ik trek mijn handschoenen aan en klem het heldenbord tussen mijn vingers. Tijd voor cheerronde numero uno! Eerst de lopers succes wensen met de toch en ze daarna nog een laatste zetje geven naar de finish. Héérlijk een parcours met meerdere rondes en/of lussen. Voor de lopers misschien niet zo fijn, maar voor mij als supporter ideaal! Niks geen heen en weer geren tussen verschillende punten. Gewoon blijven staan en de stroom komt vanzelf weer naar je toe.
Als een speer vliegen de eerste lopers mij voorbij. “Go go go! Succes helden! Zet hem op!” Ik moet nog een beetje opwarmen, maar al snel zitten de supporterskreten er weer goed in. Ik zie vriendje voorbij snellen en een aantal minuten later ook twittermaatje Monique. Een PR gaat ze niet lopen, maar dat betekent voor mij dat er wel even tijd is voor een korte heldenknuffel voordat ik haar met een schreeuw weer op pad stuur.
Nu is supporteren meteen aan het begin leuk. Maar het liefst sta ik op het laatst, daar op het punt waar het pijn gaat doen. Niet omdat ik zelf zo’n sadist ben die van leedvermaak houd. Wel omdat juist op die plek het supporteren echt verschil kan maken. Vooral als je zorgt dat je tot en met de laatste loper blijft staan. Natuurlijk, de Snelle Jelle’s kunnen ook support gebruiken. Maar uit ervaring weet ik dat zij vaak amper de tijd hebben om je heldenbord überhaupt te zien. Terwijl sommige lopers uit de achterhoede je het liefst zouden omhelzen omdat je ook hun prestatie de moeite waard vindt om te benoemen. En dat is toch waar je het uiteindelijk voor doet: iedere loper laten zien dat het knap is wat ze doen. Snel of langzaam, 10 kilometer of een marathon. Je moet het toch maar doen. Dus petje af voor iedereen die deze zondag niet in zijn bed is blijven liggen, maar een finishlijn wilde halen.
En ze halen het. Allemaal. Vriendje met een nieuw PR (48.13min – de HELD!) en Monique met een glimlach. En met haar snorfiets met kinderstoel, waarmee ze mij daarna komt opzoeken. Samen willen we namelijk de hele en halve marathonners gaan uitzwaaien die een kwartier later van start gaan. Eén probleem. Ze komen blijkbaar niet in het begin al langs dit punt (zoals ik in eerste instantie dacht), maar starten een eindje verderop. Gelukkig is het kinderzitje zo van de snorfiets gehaald. Ik spring er dus mee achterop en samen snorren we als een speer naar het kruispunt van de eerste kilometer, waar we precies op tijd alle helden kunnen uitzwaaien. Van Bart tot Wendy en van team Vroem tot een aantal andere bekenden van Twitter, Facebook en Instagram. Je zou haast denken dat je tegenwoordig geen echte loper bent als je niet ook op enige manier verbonden bent met social media.
Want, zonder social media ook geen fijne supportershulp zoals Marjolein! Eerder hadden we elkaar al ontmoet in Ede bij de Horaloop, maar nu kwam ze gezellig naar haar werk even kijken naar de marathon. Én mij helpen met supporteren. Altijd fijn. Alleen schreeuwen is namelijk prima. Maar samen is het altijd leuker. Helemaal als je enigszins dezelfde humor deelt. Das ist ganz supertoll! En dat konden we bij de tweede marathonronde wel gebruiken, want met alle halve marathonhelden gefinisht, bleef er uiteindelijk niet echt een hele grote groep lopers over om nog toe te schreeuwen. Zelfs de schapen in de wei waren erbij gaan liggen.
Maar ook hier geldt: zolang er gelopen wordt, wordt er gesupporterd. En dus stond ik er – tot verbazing van sommige lopers – na een uur of 5 nog steeds. Zomaar ineens weglopen vind ik namelijk toch wel lastig. Je weet dat er op een gegeven moment een einde aan moet komen, maar ja, je wil ook niet nét die ene loper missen of nét stoppen op het moment dat iemand het nog goed kan gebruiken. Het is dat er soms ook geplast of koffie gedronken moet worden….En dat het op een gegeven moment ook wel klaar is.
Maar nu nog even niet. Terwijl vriendje na ook wat supportershulp welverdiend naar huis ging en ook Marjolein nog lekker van haar zondag ging genieten, besloot ik de schaapjes achter mij te laten en de laatste supportersmeters bij de ‘finish-allee’ te maken. Daar waar de echte helden binnenkomen. De debuterende marathonners, de her-debuterende marathonners, de door de wol-geverfde marathonners, de estafette-marathonners en de trainings-marathonners (lees: een stelletje Team Vroem gekken die over 3 weken allemaal in Rotterdam of Wenen lopen en nu vast ‘even’ een marathon trainen (lees: op z’n boerenfluitjes een eindtijd van 3:15 neerzetten, waardoor Nesrine zelfs het op één na hoogste podium mag beklimmen bij de dames)). Wat voor marathonner je ook bent, 42,2 kilometer is en blijft een rot-end.
Dus ja, meneer van de organisatie: Mijn held is zeker voorbij gekomen. Wat zeg ik? Meerdere zelfs!
En ja, toevallige voorbijganger, ik doe dit voor iedereen.
En ja, jij verbaasde marathonloper, dit bord is er zeker ook voor jou. Juist jou. Ja, jij daar. Jij. Let maar niet op die gekke schapen en dat vreemde meisje. Let op dat bord. Want wat daar staat, dat ben jij.
Wat een heerlijk verslag! Bedankt voor je support, niet te missen en zeer welkom.
Maar jij blijft toch mijn held.
Toppertje!
Vind zelf supporteren ook leuk, maar ik denk niet dat ik het zo lang vol zou houden. Respect!
Weer een leuk blog om te lezen, al die helden die voorbij komen en jezelf niet te vergeten.