Nou, het was me het loopweekendje wel! Een wereldrecord bij de marathon van Berlijn, vele loopmaatjes bij de Posbankloop in Gelderland, nóg meer loopmaatjes bij de Singelloop in Utrecht en natuurlijk de vele trainende en genietende loopmaatjes die met dit prachtige herfstweer de bossen, velden en andere paden onveilig maakten.
Tweets, foto’s, Facebook-updates; wat ik ook las of waar ik ook keek, het leek wel of iedereen eropuit getrokken was om het er dit weekend even goed van te nemen.
Behalve ik.
Ik zat thuis namelijk te balen dat mijn loopschoenen inmiddels alweer 4(!) weken boven in de kast staan (beneden bij de deur laten staan was te confronterend) en dat die schoenen waarschijnlijk ook de komende 4 weken nog niet gebruikt gaan worden. Laat staan mijn hardloopkleding of mijn Garmin (die overigens afgelopen week door mijn vader tijdelijk in bruikleen is genomen, wat mijn geblesseerde status nog eens wat officiëler maakt)
Het is afkicken.
Terwijl ik de afgelopen weken nog aardig leek door te stuiteren op alle shotjes runner’s high die ik na het vele trainen nog in mijn lijf had zitten, leek het alsof dit weekend ineens de voorraad op was en de onvermijdelijke dip alsnog keihard binnensloeg. Weg was de zogenaamde verzoening met mijn blessure, weg was de rust, weg was het geaccepteerde feit dat ik die marathon niet zou gaan lopen. Stond ik vorige week nog als een enthousiaste Kanjer-supporter aan de andere kant van het hek. Nu wilde ik niets liever dan óver dat hek heen kruipen en als een dreinerige kleuter roepen: ‘Ik wil ook lopeheeeee..!’
En is dan natuurlijk ook hartstikke ontzettend niet eerlijk dat het op dit moment mooier dan mooi loopweer is, de prachtige lopen je om de oren vliegen en het bij uitstek hét seizoen is waarin veel lopers hun eerste halve of hele marathon lopen of op andere manieren hun doelen vol pracht weten te bereiken en behalen.
Ondertussen, in het kamp der geblesseerden, raakt mijn voet van een kort onverwachts sprintje naar de trein al van slag en blijkt dat extra kwartiertje op de crosstrainer ook nog niet echt een succes te zijn. Mijn voet doet pijn en het enige wat ik wil is die pijn verdoven en laten verdwijnen met een flinke shot runner’s high. Klein shotje is ook goed. Met 3 kilometertjes door het bos ben ik al blij. Mag ik? Mag ik? Mag ik?
Mijn maatje thuis in de ‘afkickkliniek’ is echter onverbiddelijk. Terwijl hij zelf lekker op zijn mountainbike stapt om een rondje door het bos te knallen (had ik al gezegd dat het niet eerlijk is?), kijkt hij mij streng aan en verbiedt mij om de ‘dealer’ op te zoeken. Eerst afkicken, dan pas kijken of je weer verantwoord kunt gebruiken. Leuk of niet leuk; de schoenen blijven netjes boven in de kast staan.
En dus zit voor de tv. Of beter gezegd, stá ik voor de tv. De marathon van Berlijn op het scherm terwijl ik als bezigheidstherapie wat kracht- en yogaoefeningen doe. Op de achtergrond piept mijn telefoon. De uitslagen en nieuwe records op Runkeeper vliegen me om de oren. Even twijfel ik om een shotje te halen. Héél even! Totdat ik me bedenk dat de kater erna waarschijnlijk langer zal duren dan de high zelf.
Ik blijf dus sterk en kick af. Totdat ik straks niet meer hoef af te kicken maar eindelijk weer ‘some ass’ kan kicken!