Voorwaarts, mars!
Afgelopen zondag was het zover. Na al enige ‘twintigers’ in mijn trainingsschema te hebben volbracht, werd het nu tijd voor de eerste beruchte ‘dertigers’loop.
Dertig kilometer.
Wie denkt dat dit alleen maar een kwestie is van een stukje (lees: rot-end!) rennen, heeft het mooi mis. Bij het trainen voor een marathon blijkt namelijk nog best wel wat meer te komen kijken dan alleen maar kilometers vreten tot je een ons weegt. Naast kilometers moeten er namelijk ook nog andere dingen ‘gevroten’ en verorberd worden. Sportdrankjes bijvoorbeeld. En gelletjes. Of bananen. Of gummiberen. Of…
Tja, dat moet je dus allemaal zien uit te vinden. Wat bevalt goed (kwarkbroodjes voor ontbijt!), wat totaal niet (vieze zoete gel!). En als je dat dan uitgevogeld hebt, wanneer neem je dat alles dan. En hóe neem je dat allemaal mee?
Het moge duidelijk zijn: bij 30 kilometer komt ineens veel meer kijken dan ‘gewoon’ het rennen van 30 kilometer. Enkele dagen voor de bewuste D-day, had ik deze training dan ook al liefkozend omgedoopt van ‘training 30km’ naar ‘operatie 30km’. Een missie die niet eenvoudig zou zijn, maar met de juiste voorbereidingen wel tot een geslaagd einde zou moeten kunnen komen. Als mariniersdochter laat je je immers niet zomaar kisten!
En zo zat ik zondagochtend om 7:30 met een uitgestippeld plan aan mijn ontbijt van zelfgebakken kwarkbroodjes met geprakte banaan.
Het plan was als volgt: Ik zou 3 rondes van respectievelijk 15, 10 en 5 km maken en tussendoor steeds thuis langsrennen om drinken aan te vullen en eventueel ander benodigd proviand mee te nemen. Uitgaande van een LLL-tempo van zo’n 6:00 min/km, zou mijn vriendje steeds op tijd klaar staan om als verzorger in de strijd te springen, zodat ik niet hoefde te stoppen en in principe gewoon 30km lang door zou kunnen blijven rennen.
Na een slechte eerste ervaring met een mierzoete gel tijdens een eerdere twintigerstraining, besloot ik het met deze dertiger wat anders aan te pakken. Hoewel ik al veel tips had gekregen over gelletjes en ander soort voeding, wilde ik eens kijken of ik niet zelf een soort van gel/energievoorraad zou kunnen maken. Met behulp van een banaan, wat gedroogde vijgen en weinig aangelengde (dus zoete) diksap, blenderde ik eigenhandig een vloeibaar prutje in elkaar, dat verdeeld werd over drie diepvrieszakjes. Het idee was om onderweg gewoon een puntje van het zakje af te bijten en zo mijn eigen gel naar binnen te kunnen gieten. Een risicovolle onderneming wellicht, maar in het heetst van de strijd moet je nieuwe wapens soms gewoon eens uit durven proberen.
Vertrouwd ‘geschut’ had ik ook mee. In mijn drinkflesjes ging AA-isotone (wat ook tijdens de marathon geschonken zal worden), in mijn mond een kauwgom en mocht ik onverwachts toch een dipje krijgen, dan zaten er ook nog wat dextro-tabletjes in mijn belt.
Tot zover al het voorbereidingswerk.
Check, check, dubbelcheck. Niks vergeten? Klaar om te gaan? Ik zeg: ready, set, GO!
En daar ging ik. Op weg naar toch wel mijn eerste echte marathon-mijlpaal. Dertig kilometer. Dertig kilometer lang rennen. DRIE uur lang rennen! Nee, niet zo denken! Wat dat betreft zijn die eerste kilometers toch het ‘zwaarst’: je weet dat je pas net op pad bent en – bovenal! – je weet hoe ver je nog moet. Ver! Niet denken dus, maar gewoon lopen. Gewoon je rondjes maken, dan komt die 30 km vanzelf in zicht.
Ja, die 30 km misschien wel. Maar mijn verzorgingspost helaas niet. Want toen ik na mijn eerste ronde van 15,5 km langs huis kwam, was daar niemand om mijn voorraden bij te vullen. Gevalletje: net even op het verkeerde moment denken dat je wel even iets buiten kan weggooien. Garmin toch maar op stop dus en samen met een ‘sorry het spijt me’-vriendje mijn flesjes alsnog zo snel mogelijk bij vullen. Tijd voor operatieronde deel 2!
Gelukkig was het kleine verzorgingsdebacletje de enige ‘tegenslag’ die ik tijdens mijn missie tegenkwam. Het weer zat mee, mijn benen voelde goed, eten en drinken ging prima en ook het tempo lag zonder moeite zelfs wat hoger dan ik had gepland. Had mezelf sowieso voorgenomen om gedurende de rit 3 keer een kilometer wat te versnellen, maar uiteindelijk bleef het tempo gedurende alle kilometers zonder extra moeite boven de 10km/h.
‘Appeltje, eitje’, zou je denken. Ware het niet dat het toch gewoon een rot-end is en blijft. Nadat ik op 27 km dus voor de tweede en laatste maal langs huis kwam (met dit keer een keurig klaarstaande verzorger met fiets en drinken paraat – hoera!), keek ik er inmiddels wel erg naar uit om gewoon echt thuis te zijn en niet langs, maar dóór mijn voordeur naar binnen te rennen. Nog 3 km te gaan. Nog 2, nog 1, nog 500 meter en ja…hoera! We made it! Dertig kilometer in 2 uur en 52 minuten! Gemiddeld 5:44 min/km! En – ook niet geheel onbelangrijk – we leven nog! Hoera!
Ok, geheel ongeschonden ben ik de strijd niet uitgekomen. Met een dikke zoutlaag op mijn kop (ik leek wel een wandelende zoutsculptuur!) en pijnlijke schuurplekken op lichaamsdelen waar ik dat eerder nooit meemaakte (note to self: smeer volgende keer overal vaseline op. Overal!), was onder de douche springen in eerste instantie een ware martelgang (zout+schuurplekken=auw!). Maar eenmaal al het strijdzweet van me afgespoeld, maakte de pijn vooral plaats voor euforie en het supergevoel dat de missie met volle 100% was geslaagd. Operatie 30km: I dit it!
En nu?
Op de plaats rust. Want hoewel de benen buitengewoon goed voelen (spierpijn is 2 dagen na de loop minimaal), moet je soms even geduld hebben voordat je de volgende aanval inzet. Dus komen we deze week even bij, laten we de wonden helen en bereiden we ons dan langzaam weer voor voor de ultieme strijd die straks op 20 oktober gaat losbarsten. Amsterdam , you better be prepared!
Gefeliciteerd.
Durf je het niet aan om zonder bijvoeding 30 km. te lopen?
Toen ik nog 30’ers en marathons liep, dronk ik wel onderweg, maar at nooit iets.
Dag Hans, dankjewel! Ik moet eerlijk zeggen dat ik er nooit echt over heb gedacht om zonder eten te lopen. Wanneer je aan een marathon begint krijg je al snel de opmerking: “Dan moet je ook gaan oefenen met eten”. Heb op zich tot 26km prima gelopen met alleen sportdrank dus wellicht dat het ook wel kan. Maar denk ook wel dat het eraan ligt hoe lang je over zo’n marathon doet. Loop je hem binnen 3uur dan is eten wellicht niet nodig, maar aangezien ik die tijd als debutant niet ga redden (verre van zelfs ;-)) dan is wat extra energie voor de zekerheid wel fijn om mee te hebben.
Het idee dat mijn lichaam 3 uur lang kan lopen zonder koolhydraten geeft mij zelfvertrouwen. Eten onderweg is voor mij een mentale valkuil, die me onzeker maakt (heb ik niet te weinig of te laat?). Extra zekerheid zou voor mij ook extra onzekerheid betekenen. 😉
Je zal zelf wel ontdekken wat voor jou het beste werkt… succes.
En zo vogelen we allemaal onze eigen strategie uit 😉 Dankjewel!
Klasse. Mooie mijlpaal, mooie tijd. Sterkte met de rest van de voorbereiding!
Dankjewel! Gaat vast lukken 🙂
Dat is alvast een mooi PR om op je lijstje bij te schrijven!
En zo te zien houdt je Garmin het ook vol, zou zonde zijn als die straks het laatste stuk van je marathon mist.
Het is zeker een mooi pr om te noteren 🙂 Garmin liet het onderweg héél even kort afweten (doet ie helaas wel vaker), maar op die 20sec ofzo na heeft ie het inderdaad goed volgehouden!
Geen wonder dat vriendje even van z’n post afweek, hij durfde natuurlijk niet te kijken naar die voorbijsnellende zoutsculptuur uit angst om zelf in een zoutpilaar omgetoverd te worden.
Hoe bevielen die diepvries-energiezakjes eigenlijk, waren ze goed te vreten?
Daar had ik nog niet over nagedacht! Misschien dacht ie wel: dat zoutmonster? Nee, die hoort niet bij mij 😉 De zelfgemaakte knijpzakjes waren goed te pruimen, eh..bananen trouwens!
Super goed!