Vroeger, zo ongeveer van mijn achtste tot mijn dertiende, gingen wij iedere zomer jaarlijks op vakantie naar Oostenrijk. Traumatische vakanties die gemarkeerd worden door beelden als mijn vader achter een grote landkaart, wekkers om acht uur, wandelschoenen, bergen en wandeltochten van 8 uur die door mijn vader weerlegd werden met ‘maar daar doen wij maar 6 uur over’.
‘Maar’. Zes. Uur.
Eén ding wist ik zeker: als ik later groot ben ga ik nóóit meer wandelen.
In ieder geval niet vrijwillig.
Dik 20 jaar en 5 volbrachte Nijmeegse Vierdaagses (plus 2 Kennedymarsen en een Dodentocht) later, is bovenstaande uitspraak inmiddels een klein beetje verjaard. Nee, wandelen is nog steeds niet mijn grootste hobby (daarvoor heb ik ook te veel andere hobby’s) en trainen doe ik dan ook eigenlijk niet (als ik kan kiezen ga ik liever een rondje hardlopen), maar toch…er zit ergens iets in mijn genen, waardoor ik toch zo nu en dan die wandelschoenen weer van zolder trek.
Zoals afgelopen week tijdens die welbekende Vierdaagse. Echter, daar waar ik het bij de Vierdaagse nog kan gooien op het grote feest en de unieke sfeer (die in de Oostenrijkse bergdorpjes opvallend afwezig was – tenminste voor een beginnende puber die liever op een camping in Frankrijk zou zitten), gaat dat alibi voor veel andere evenementen niet geheel op. Kijk, een kort wandelingetje door het bos is leuk om van de omgeving te genieten, maar zodra je 40 kilometer of langer wandelt, dan wil ik eigenlijk gewoon veel muziek, feest en rijendik publiek dat mij er al klappend en applaudisserend met zoute dropjes en stukken watermeloen doorheen sleept.
Misschien is dat ook hetgeen waardoor ik mij over heb laten halen volgende week 105 kilometer te gaan wandelen. Ja, u hoort het goed. Honderd-en-vijf. In één dag. Of, nou ja, een hele nacht en een heeele lange dag. Ik las iets over gratis finishbier. Mijn vader beloofde een ABBA-dansje. En voor ik het wist stond ik ingeschreven. Iets met vader-dochter-bonding. Sommige mensen gaan met hun ouders op vakantie. Anderen gaan wandelen.
Het is eigenlijk net Oostenrijk all over again. Mijn vader verdiept zich nu al in de route. Hij roept hoe lang we er ‘maar’ over gaan doen. En ik? Ik heb er stiekem best wel zin in. Als afzien je er met de paplepel is ingegoten, kun je er maar beter zo lang mogelijk van genieten.

Een Kennedymars is me al te ver en dit is far beyond….. véél succes gewenst
Dank! Ik denk wel dat ik het kan gebruiken 😉