‘Goh, dus je gaat de marathon lopen. Wat leuk. Hoeveel kilometer ga je dan doen?’
Als ik een euro had gekregen voor het aantal keer dat bovenstaande vraag mij al is gesteld, dan had ik komende vrijdag gratis nieuwe loopschoenen kunnen gaan kopen.
De marathon. Onder lopers een meer dan bekend fenomeen, maar onder niet lopers toch vaak een afstand waar ze niets van weten of weinig van begrijpen. Nu begrijp ik heus wel dat niet iedereen zomaar weet dat een marathon altijd uit 42,2 km bestaat (of, om precies te zijn, 42,195 km), maar het blijft grappig om mensen met een serieus gezicht te horen vragen of ik voor de marathon van 10 kilometer ga of toch voor een andere afstand.
En tja, dan heb je uitgelegd hoe ver een marathon nou precies is, dan weten mensen vaak eigenlijk nog niets. Het getal 42 mag dan wellicht wel verbaasde blikken oproepen en kreten geven van ‘Jeetje, dat is wel ver zeg!’, uiteindelijk hebben de meesten nog geen idee hoe ver het écht is en hoeveel training hieraan vooraf gaat. Mijn schoonvader zei gisteren nog: ‘Maar jij hebt toch al een paar marathons gelopen?’ Eh, nou, nee. Ja, twee halve, maar die mag je zelfs bij elkaar opgeteld niet rekenen tot de prestatie van het lopen van één hele.
Beter is dan ook om de afstanden ‘tastbaar’ te maken voor mensen. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Nou, dan loop je dus van Utrecht naar Amsterdam’. ‘In één stuk?’, krijg je dan vaak als wedervraag (en nog een euro in de pot). ‘Ja, in één stuk’.
Maar stel je eens voor. Je bent niet aan het trainen voor de marathon (die overigens – om nog een onwetendheidsvraag te beantwoorden – niet alleen in Amsterdam of New York is; je hebt heul veel andere marathons overal ter wereld!). Maar je bent er zo een die zich heeft gelegd op het zogenaamde ‘ultralopen’. Tja, waar ga je beginnen om dat uit te leggen? Ultraloper en forumcollega Martijn gaf in zijn blog al een korte schets weer van hoe familie kan reageren als je besluit je loopcarrière langs deze kant uit te breiden. Gek, niet goed wijs of ongezond sportief zijn slechts een greep uit de reacties die je als ‘mafketel’ naar je hoofd kan krijgen. Om over het cliché-grapje ‘hardlopers zijn doodlopers’ nog maar te zwijgen.
Gelukkig zijn niet alle onwetenden meteen ook naïevelingen die zomaar hun niet-onderbouwde mening de lucht in slingeren. Met een beetje geduld en uitleg zijn de meeste mensen uiteindelijk best wel geïnteresseerd. En hoewel ze het misschien nog niet helemaal snappen (daar zul je wellicht toch echt een loper voor moeten zijn denk ik), heb ik ze dan voor de volgende keer in ieder geval wel een euro kunnen besparen!
Ha, hetzelfde als de buurman die reageerde op mijn man (die de Nijmeegse 4dse liep). De buurman vond het maar gek dat je om 04.00 uur moest starten voor 4x 12 1/2 km. Stond met z’n oren te klapperen toen wij melden dat het 4 x 50 km was….
Onlangs was ik in Rome, waar op 17 maart de marathon van Rome gehouden werd. Lopers in dirndl’s, rieten rokjes en andere gekke kleren, sporters met lange truien en flinterdunne hemdjes zonder mouwen: alles kwam voorbij.
Wat overeen kwam was dat veel mensen iets aan hadden uit hun vaderland en de blikken van uitputting, vijf kilometer voor de finish, waar ik stond. Als niet-loper toch maar wat Nederlandse vlaggetjes toegeschreeuwd, en dan gaat met een glimlach de duim omhoog. Nog even doorzetten, maar voor hen, strompelend, zwetend, op hun tanden bijtend, bekaf en sommigen met zilveren warmtedekens van de medische post om hun blessure, was de finish bijna realiteit. En wát vond ik dat knap, na vier kilometer winkelen… Go Sanne!